Cornelis Jacob Sickesz (1839-1904) was een liberaal politicus. Hij was gemeenteraadslid in Laren, Statenlid in Gelderland, lid van de Eerste en van de Tweede Kamer. Als ambtenaar was hij Directeur Generaal Landbouw, als bestuurder was hij burgemeester van Laren, voorzitter van talloze organisaties en besturen en oprichter van de Nederlandsche Heidemaatschappij.
Cornelis Jacob Sickesz werd geboren in Amersfoort en volgde de lagere school en het gymnasium in Arnhem. In Utrecht studeerde en promoveerde hij summa cum laude af in het Romeins en hedendaags recht.
Sickesz logeerde tijdens een zomer gedurende zijn studie op landgoed de Cloese in de Achterhoek. Hij was daar, zoals vaker, te gast bij zijn 'oom' Marinus Ernestus van Harlingen, de broer van zijn stiefmoeder. Het achternichtje van Sickesz, Maria Anna Cornelia, was officieel de ‘vrouw des huizes’ en Van Harlingen was de voorlopige voogd en beheerder van haar eigendommen. Er bloeide tijdens deze zomer een romance tussen Sickesz en Maria en zij raakten verloofd. Toch was Cornelis er niet primair op uit een goede partij aan de haak te slaan en om dan zelf te gaan rentenieren. Integendeel: zijn hele leven zou hij inzetten voor de publieke zaak; als ambtenaar, bestuurder, politicus, ondernemer en organisator.
Minister van Binnenlandse zaken Thorbecke had al heel wat solliciterende burgemeesters op audiëntie gehad, maar de kandidaat die hij nu voor zich had was met zijn 25 jaar wel erg jong. Voor Cornelis was die post van burgemeester van Laren precies wat hij zich wenste, nu hij met Marie zou gaan trouwen en op de Cloese zou gaan wonen. Schoonvader van Harlingen was sinds 1859 gemeenteraadslid in Laren en dat kan de kandidatuur best een beetje geholpen hebben. Feit is dat Sickesz op 1 juli 1864 begon als burgemeester van Laren en dat hij op 4 augustus in diezelfde plaats trouwde met Marie van Harlingen. Wat later werd hij er tevens raadslid, wat in die tijd niet ongebruikelijk was. Cornelis was nog geen 30 jaar.
Na veertien jaar Laren en diverse nevenactiviteiten besloot Sickesz zich meer provinciaal en nationaal te manifesteren. Als landeigenaar en boer ging hem de deplorabele toestand van de landbouw zeer aan het hart. Hij werd voorzitter van de Geldersche Maatschappij voor Landbouw en van de Nederlandsche Heide Maatschappij. Tegelijkertijd steeg Sickesz' ster in de politiek en het landsbestuur. Hij was, als liberaal politicus, lid van Provinciale Staten (van Gelderand en, na verhuizing naar Den Haag, van Zuid Holland), lid van de Tweede Kamer, lid van de Eerste Kamer, Directeur Generaal Landbouw (toen nog op het ministerie van Binnenlandse Zaken).
Na het beteugelen van de overstromingen van de Berkel ging hij met zijn vrouw in 1897 weer op de Cloese gaan wonen. Het huis was herbouwd en er stond nu een compleet nieuw kasteeltje in neorenaissance stijl. Nadat Sickesz in 1900 afscheid had genomen als Directeur Generaal Landbouw in den Haag wijdde hij zijn aandacht nog vooral aan zijn troetelkind de Heidemij. In de zomer van 1903 werd zijn gezondheid weer duidelijk slechter. Hij stierf in februari 1904 in Meran en werd daar, op zijn uitdrukkelijk verzoek, ook begraven.
Wout Klein
Kunst en cultuur
Personen
1800-1900
Lochem
Achterhoek
Grootste Gelderlanders