Kasteel De Cloese in Lochem

Eigendom van een hertog, speculanten en projectontwikkelaars

De Cloese met brug over de Berkel in neonrenaissancestijl na de verbouwing in 1886 door het echtpaar Sickesz-Van Harlingen.

Foto 1/2

De Cloese na de uitbreiding door de familie Schimmelpenninck van der Oye volgens een tekening van Jan de Beijer uit 1743.

Foto 2/2

Ten oosten van Lochem ligt het kasteel De Cloese aan de noordoever van het riviertje de Berkel. Deze ontspringt in Duitsland en loopt door de Achterhoek om bij Zutphen in de IJssel uit te monden. Tot aan eind negentiende eeuw is het levendige riviertje belangrijk voor de plaatsen die aan zijn oevers liggen.

Hergebruik en ruilhandel

De pastoor van Lochem, Sweder van Kervenheim, laat in 1520 huis De Cloese bouwen op het landgoed Reinering. Hij krijgt toestemming van hertog Karel van Gelre om materialen van kasteel de Wildenborgh bij Vorden te gebruiken. De hertog heeft dit kasteel veroverd en ontmanteld. Zestien jaar later verkoopt de pastoor het huis aan de hertog en deze ruilt de Cloese met Derck van Keppel en krijgt er de Cannenberg in Vaessen voor terug.

Van hand tot hand

De familie van Keppel raakt De Cloese in 1602 kwijt aan Herman Schimmelpennick van der Oye. Diens erfgenamen verkopen in 1745 De Cloese aan Van Heeckeren van Enghuizen. Het huis wordt eind achttiende eeuw door een lid van de familie Van Heeckeren verbouwd tot een neoclassicistisch landhuis. Via verkoop in 1828 en erfenis in 1854 komt Maria van Harlingen in het bezit van De Cloese. Ze trouwt tien jaar later met haar volle neef Mr. Cornelis Sickesz, die ook het Waterschap van de Berkel sticht. Dit echtpaar laat in 1886 De Cloese van buiten en van binnen verbouwen in neonrenaissancestijl.

Speculanten en projectontwikkelaars

Na een publieke verkoop in 1907 door de erfgenamen komt het landgoed in 1928 terug bij een lid van de familie Sickesz, Johannes, die tevens mede-eigenaar van de N.V. Cacao- en chocoladefabriek Gebrs. Sickesz in Amsterdam is. Zijn weduwe laat in 1937 De Cloese veilen en via speculanten komt het landgoed in bezit van de N.V. Nederlandse Handelmaatschappij. Het zou aanvankelijk een conferentieoord worden, maar in 1948 wordt het verkocht aan de Stichting Kanunnikessen van het Heilig Graf. Vijf jaar later is De Cloese weer in bezit van een exploitatiemaatschappij die het landgoed in 1959 verkoopt aan de politieopleidingsschool Noord-oost-Nederland. Deze plaatst naast het kasteel een modern en functionalistisch gebouw. In 2003 komt De Cloese weer in handen van een projectontwikkelaar, die er particuliere woningen van maakt. Van het huis zijn nog enkele originele kelders en zestiende-eeuws muurwerk bewaard gebleven.

Bronnen: