Allard Pierson behoorde tot de fijnzinnigste geesten uit het Nederlandse culturele leven van de negentiende eeuw. Hij is samen met zijn vrouw een van de bewoners geweest van Huize Velhorst in Almen.
Pierson komt uit een geslacht waarvan leden vanaf het midden van de zeventiende eeuw in de Nederlanden gevestigd waren en dat vooral bestond uit kunstenaars, predikanten en bankiers. Hij is een zoon van de koopman Jan Lodewijk Gregory Pierson en de schrijfster Ida Oyens. Hij kwam hiermee uit een aanzienlijke Amsterdamse koopmansfamilie die tot de kringen rond het Reveil behoorde. Deze internationale beweging stond de opwekking van het gereformeerde denken voor. Allard Pierson zelf trouwde in 1854 met Pauline Hermine Elizabeth Gildenmeester (1831-1900). Uit dit huwelijk werden zes kinderen geboren, onder wie Jan Lodewijk Pierson sr. (1854-1944).
Onder zijn levenslange netwerk behoorden huisvriend Isaak da Costa, over wie hij zijn leven lang is blijven schrijven. Maar ook Abraham Kuyper, Nicolaas Pierson en Jan Six. Hij heeft, merendeels overigens van polemische aard, contact gehad met alle vooraanstaande Nederlandse theologen uit de tweede helft van de negentiende eeuw. Hij ondernam vele collecte-reizen naar onder andere Turkije, Griekenland, Ierland, Engeland en Italië. Hij richten zich daarbij vooral op de klassieke oudheid en archeologie. Hij legde hiermee een verzameling gipsafgietsels van sculpturen uit de klassieke oudheid aan.
Na zeventien jaar als hoogleraar aan de Amsterdamse universiteit legde hij vanwege zijn gezondheid het ambt neer. Hij zocht de rust op in de Achterhoek. In zijn laatste levensjaar bewoonde Pierson in Huize Velhorst in Almen, waar hij op 65-jarige leeftijd is overleden. Hij ligt samen met zijn vrouw op de begraafplaats van Zutphen. In het Algemeen Handelsblad van 31 mei 1896 staat een uitgebreid verslag van de begrafenis.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY-NC