Presikhaaf kent een lange bewoningsgeschiedenis. In 2017 zijn bij de spoordijk nederzettingssporen uit de vroege ijzertijd (800-500 v.Chr.) aangetroffen. In de negende eeuw zijn gronden eigendom van de abdij Prüm. Uit 1338 dateert vervolgens de eerste historische vermelding van een hier gelegen buitenplaats, vernoemd naar de familie Van Presichave.
Rond 1610 bestaat het landgoed uit een omgracht terrein met huis. Het hoofdgebouw met trapgevels bevatte een souterrain, verdieping en zolder. Een statige entree gaf toegang en aan de gracht bevond zich blijkbaar een aanbouw. Bij grachten zijn keukens en toiletten te verwachten om afval kwijt te raken.
In 1643 kocht burgemeester Arnold van Dans het landgoed van de weduwe Ruitenberg. De boerderij Het Lange Water hoorde er toen ook al bij. 'Lange Water' is afgeleid van een hier aanwezige beekloop die in de broeklanden uitmondde. Van Dans vergrootte het landgoed met het land en huis van Jan Rennen aan de overzijde van de Velperweg ('Rennenenk'). Zijn kleinzoon, burgemeester Arnold Wolfsen, breidde het landgoed in 1735 opnieuw uit door de nabijgelegen kloosterboerderij Bethanië te kopen. In Presikhaaf woonden er toen een graanboer, vier tabaksboeren en drie arbeiders. De vader van Arnold van Dans was in 1590 nog betrokken bij de sloop van klooster Bethanië om bakstenen voor het bolwerk de Gelderse Toren in de stad te leveren.
Het oude huis brandde in 1847 af. Noordelijker volgde met Groot Presikhaaf nieuwbouw. Met de ingebruikname van de spoorlijn naar Zutphen en Emmerich raakte het landgoed in 1865 doorsneden. Het landgoeddeel ten noorden van het spoor zou ingrijpend veranderen. In 1880 werd hier de Vogel- en Plantentuin aangelegd met het grote hotel Garni als centraal punt. Het hotel bevatte een concertzaal voor 1500 bezoekers. Arnhemmers konden hier terecht voor ontspanning en vertier. Op de plaats van het hotel, later Sacré Coeur, bevindt zich nu verzorgingstehuis Regina Pacis.
Met het doel om in Groot Presikhaaf een rusthuis te vestigen en twaalf hectare te bestemmen voor woningbouw kocht de gemeente het landgoed in 1930. In het huis kwam echter een instituut voor de taal Esperanto waarvoor burgemeester De Monchy zich hard maakte. Mensen uit alle windstreken werden hier onderwezen in een eenvoudige, politiek neutrale taal. De taal moest een brug slaan tussen culturen en is afgeleid van het Latijnse ‘sperare’ of ‘hopen’.
Het esperantohuis functioneerde tot 1944. Na de oorlog herbergde Groot Presikhaaf een MTS en sociale werkplaats, maar net als in 1847 brandde ook dit gebouw af waarna sloop in 1974 volgde.
Bronnen en verder lezen:
Martijn Defilet (Gemeente Arnhem), CC-BY-NC