De Duitse bezetter was zich in de oorlog maar al te goed bewust van de rol van de pers in bezet Nederland. Om deze reden werden vanaf juni 1941 op regelmatige basis zomerkampen voor verslaggevers georganiseerd in kasteel de Cannenburch, bij Vaassen. Tijdens deze kampen werden cursussen gegeven. Ze waren een middel om de pers te indoctrineren en werden georganiseerd door het ministerie van Volksvoorlichting en Kunsten. De heer T. Goedewaagen, de Duitsgezinde secretaris-generaal van het ministerie, startte de eerste cursus met een toespraak.
De kampen waren dus bedoeld om de Nederlandse pers te indoctrineren, om de pers te overtuigen van de geneugten van het nationaalsocialisme. Ook werd er gepoogd ‘kameraadschap’ te kweken door middel van feesten en spellen. De Provinciale Overijsselsche en Zwolsche courant van 21 juni 1941 doet bijvoorbeeld verslag van een voetbalwedstrijd tussen de journalisten en de bewoners van Vaassen. In het Nieuwsblad van het Zuiden wordt het kamp omschreven als ‘’een week van verpoozing, studie en kameraadschap’’.
De kampleiding en initiators hadden duidelijke ideeën over waar dit ‘kameraadschappelijk samenzijn’ uiteindelijk in moest uitmonden. Er moest stevige indoctrinatie plaatsvinden, zodat de cursisten ‘’als verantwoordelijke en bewuste volksvoorlichters van ons volk leeren Europeesch te denken’’. Achter de façade van de spelletjes, het gezang en het kweken van kameraadschap school dus het werkelijke doel, namelijk het inprenten van nationaalsocialistische ideeën in de gedachten van de vaderlandse pers. Eenmaal per dag, tussen de spelletjes door, was er dan ook een lezing van een SS’er of NSB’er over een nationaalsocialistisch thema. Zo sprak Mr. Dr. R. van Genechten op 19 juni 1941 de rede ‘Nationaalsocialistische levenshouding’ uit.
In het eerste jaar van de kampen, 1941, leek het plezier nog wel eens voorop te staan. Dit veranderde echter geleidelijk in de jaren 1942 en 1943. Onder de deelnemers bevonden zich toen vrijwel alleen nog aanhangers van het nationaalsocialisme en de bezetter. Het ministerie van Volksvoorlichting en Kunsten rapporteerde dan ook onder andere het volgende: ‘’Bij allen is nu een grote belangstelling voor de nationaalsocialistische geest aanwezig’’.
Verder lezen:
Elmar van de Ree, CC-BY-SA