Marie Schuurkamp – van Zalk (Nunspeet 1943) trouwde in 1961 met een houtskoolbrander. Voor die tijd had ze nog nooit van het vak gehoord. Haar man werkte op de meilers in het kroondomein nabij Apeldoorn. Als echtgenote betekende dat vaak alleen zijn en veel zwarte kleding wassen.
“Ik kwam uit een gezin met zes kinderen. Voordat ik mijn man, Gerrit Schuurkamp, leerde kennen had ik nog nooit van houtskoolbranden gehoord. We leerden elkaar in 1960 kennen. Toen hij vertelde dat hij houtskoolbrander was, dacht ik bij mezelf: wat is dat? Ik wist wel wat houtskool was, want daar maak je de kachel mee aan. Maar ik had geen idee wat het beroep inhield. Toen zei Gerrit: ‘Ga maar een keer met me mee kijken.’
Gerrit werkte in een ruimte midden in het bos, prachtig. Zijn vader en oom werkten er ook. Toen ik daar kwam was ik helemaal verbaasd. Ik zag van die rokende hopen en vroeg me af ‘wat is dit?’ Je moest oppassen met je kleren, want die werden er zo smerig. En ik had mijn goede kleren aan. Toen zei ik: ‘Nou, ik ga de keet niet in.’ Want die was helemaal zwart van het roet. Ik bleef mooi buiten staan. ‘Zo zie ik het ook wel’, zei ik.
Dat was in 1960 en in 1961 zijn we getrouwd. Het houtskoolbranden duurde drie weken, dus dan was ik ’s nachts wel alleen. Maar dat vond ik niet zo erg, want dan kwam mijn zus bij mij slapen. Af en toe kwam Gerrit even naar huis, dan bleef zijn vader waken bij de meiler. Na de tijd op de meiler was Gerrit altijd een weekje thuis. Dat was ook wel weer gezellig. Dan deden we nog weleens andere dingen, dat vond ik leuk. We pakten dan de bus en gingen ergens naartoe om iemand te bezoeken.
Bij de meilers stonk het altijd verschrikkelijk naar rook. De mensen in Uddel en Apeldoorn hadden daar het meeste last van. Gerrit rook altijd naar gerookte paling. Dat was niet vies, hoor. Het ondergoed rook er ook helemaal naar, dat kreeg je er bijna niet uit. Daarom hield ik de werkkleding altijd apart. In het weekend kreeg Gerrit zijn witte goed weer aan, voor naar de kerk. Maar de rook zat helemaal in zijn poriën. Dus als Gerrit zich ’s zondags had gewassen was zijn kraag een poosje later alweer een beetje zwart.”
Lian van der Zon, CC-BY-SA
Streekgeschiedenis
1950-2000
Nunspeet
Veluwe