De uiterwaard bij het dorpje Loo aan de oever van de Rijn heet Lowaard. Dit is tevens de naam van het daar gebouwde edelmanshuis dat uiteraard genoemd is naar het geslacht Loo. De Lowaard is in de Liemers, waar weinig grootgrondbezit voorkomt, de grootste havezate. De opvolger van dit Dit huis is in de eenentwintigste eeuw gerestaureerd na een periode van verval.
Johan van den Loe is drost van het ambt Liemers, evenals zijn vader. Hij wordt in 1467 voor het eerst genoemd als eigenaar van Loowaard. Door de strategische ligging dient het huis mogelijk als controlepost van de scheepvaart op de Rijn of van de grens tussen het Kleefs en Gelderse gebied.
Johans zoon Wessel, eveneens drost, maar dan in de derde generatie, erft Loowaard. Zijn zonen verdelen zijn bezit na zijn overlijden en de jongere zoon Wessel II krijgt Loowaard. Veertien jaar later, na zijn dood in 1544, verdelen diens kinderen de boedel. Zoon Wessel III krijgt het ambtmanschap van Liemers en wordt dus eveneens drost. Zoon Herman krijgt Loowaard en bouwt er rond 1560 samen met zijn vrouw Digna van Isendoorn hun eigenkasteel. Als herinnering zijn op een steen in de toren de wapens van de families Van den Loe en Van Isendoorn afgebeeld. Eronder ligt een steen met de tekst die vertaald luidt: ’Herman van de Lo heeft mij laten bouwen’.
De Loowaard vererft aan Elisabeth van den Loe, wiens dochter Gertrud in 1606 huwt met de Gelderse edelman Anton van Aeswijn. Dit echtpaar gaat niet op Loowaard wonen maar kiest voor een van de vele kastelen van Anton. Deze staat bij de Kleefse Ridderschap ingeschreven als heer van Enghuizen en Loowaard. Gertrud overlijdt in 1673 en laat Loowaard na aan een nicht die getrouwd is met Gisbert Freiherr Von Bodelschwing met een kasteel in Dordmund. Om deze reden wonen ze niet in de Loowaard, dat vaker dient als onderpand bij leningen. Na het uitsterven van dit geslacht in 1753 komt de Loowaard in handen van Karl von Plettenberg die niet meer op het kasteel gaat wonen en het in 1742 verpacht aan de familie Van Sadelhoff.
Een grote overstroming in 1855 noodzaakt rond het huis een vloedberg op te werpen. De laagste bouwlaag verdwijnt ondergronds en wordt onbruikbaar. Het bedrijfsgedeelte wordt wel op een hoger niveau opgebouwd. Tot het einde van de twintigste eeuw wordt vanuit hier een omvangrijk veeteeltbedrijf in stand gehouden. In 1919 koopt de familie Sadelhoff de Loowaard en houdt het drie generaties lang in bezit. De familie Van Aalst uit Duiven koopt het kasteel in 2002, maar drie jaar later brandt het bedrijfsgedeelte uit. Na restauratie woont de familie vanaf 2008 in de Loowaard.
Bronnen:
- Jan Vredenburg (eindred.), Kastelen in Gelderland, Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2013, p. 214-217.
- Jan Harenberg mmv. Bertus Bruins, Havezaten en adellijke huizen in de Liemers, Canaletto/Repro-Holland, Alphen ad Rijn 2007, p. 28-33.
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY