Het Dierense veer is een veer met een zeer lange historie. Het is de enige gierpont op de IJssel.
Het veer wordt voor het eerst genoemd in een akte uit 1269 waarin de Ridderlijke Duitse orde de ‘curtis’ Dieren met de ‘passagio’ aan Graaf Otto van Gelre overdraagt. Doordat de graaf kort daarop overlijdt, gaat de koop niet door en het veer blijft in bezit van de Commanderij van de Duitse orde. In 1340 krijgt de Commandeur van de Duitse orde ruzie met de schipper en pleegt ‘manslag’ aan de veerman Sander van Dieren. Met andere woorden: de veerman wordt vermoord. Hierna komt de helft van het veer in handen van zijn dochters. De andere helft blijft in handen van de Commanderij.
In 1647 worden de Dierense bezittingen van de Commanderij aangekocht door Prins Willem II. Tot 1795 blijven de goederen in handen van de familie Nassau. Later komt het veerrecht hierdoor onder de Nederlandse staat te vallen. Diverse leenmannen en -vrouwen volgen elkaar op. Het halve veerrecht van de staat wordt in 1874 voor tweehonderd gulden aan een exploitant overgedaan. Sindsdien is het veerrecht weer in één hand. Vanaf 1990 zijn V.O.F Gebroeders Bremer eigenaar van de veerpont en de bijbehorende veerrechten. Tegenwoordig heet het bedrijf 'Jansen Steeds Voorwaarts'.
De gierpont is een eind zestiende-eeuwse uitvinding van Pieter Gabrielsz Croon. Bij het gieren maakt de veerboot gebruik van de stroming als voortstuwing. Gieren betekent scheefgaan. Hierdoor is het schuinleggen van de veerboot door middel van drie hendels de belangrijkste handeling bij de overvaart. Doordat het veer schuin ligt, stuwt de stroming de pont vooruit. Vanaf 1960 wordt het veer tevens motorisch ondersteund voor de hydrauliek van de laadkleppen, slagbomen en de lieren voor het gieren.
De oudst bekende vastlegging van de veerpacht komt uit 1812. De inkomsten uit het veer bedroegen in genoemd jaar tweehonderd gulden. In 1869 telt het veer volgens het Overzigt van Neêrlands verdedigingsmiddelen behalve de pont, een drietal kleine bootjes en een halve pont of aak ‘die de jaagpaarden op den regteroever overbrengt’.
Het veer vaart tegenwoordig iedere dag 120 meter heen en weer. Er kunnen maximaal zes auto’s per keer mee. Tevens kunnen er ook zestig personen worden vervoerd tot een laadvermogen van vijftien ton. Met hoog en te laag water en storm wordt er niet gevaren. De IJssel kent negen veren: zowel voet- en fietsveren als autopontjes. Het is voor menig wandelaar en fietser daarom goed toeven langs de IJssel. Door de vele pontjes kun je lekker spelevaren.
Bronnen:
-De IJssel: Levende rivier. Marion Groenewoud en Dick Laning Waanders uitgevers, Zwolle, 2007 ISBN 978 90 400 8405 8 blz 124-127.
Meer informatie over de Commanderie
Informatie over de IJssel in de provincie Gelderland
Olga Spekman, CC-BY