De huidige grens tussen Limburg en Duitsland loopt dwars door een gebied dat vroeger bij het hertogdom Gelre hoorde. Het stond bekend als het Overkwartier of het Kwartier van Roermond, naar de hoofdstad van de regio. Het kwartier strekte zich in de vijftiende eeuw uit van Mook tot Montfort en van Venray tot Viersen. De bij elkaar gevoegde gebieden zijn onderling verbonden door de Swalm en de Roer, twee zijrivieren van de Maas. Beide rivieren lopen zowel door Duitsland als door Nederland. Een andere belangrijke rivier in dit gebied is de Niers, met daaraan de Duitse stad Geldern. Hier ontstond in de elfde eeuw het graafschap Gelre.
Deze tekst is onderdeel van de fietsroute Gelderse Grenzen gemaakt bij het Erfgoedfestival 2018: Over grenzen van Gelderland.
Tijdens de Tachtigjarige Oorlog verenigden de Noordelijke Nederlanden, inclusief Gelre, zich tegen de Spaanse koning Filips II. Roermond bleef echter trouw aan de Spaanse koning. Hierdoor raakte het Overkwartier officieel van de rest van Gelre gescheiden. Het gebied was daarna nog regelmatig het toneel van conflicten en geweld. Zo richtte Willem van Oranje in 1572 een bloedbad aan in Roermond. Zijn zoon Frederik Hendrik organiseerde in 1632 een Veldtocht langs de Maas om zo de Spaanse troepen uit de Zuidelijke Nederlanden te verjagen. ‘De Stedendwinger’ veroverde tijdelijk Venlo, Roermond, Erkelenz, Maaseik, Sittard, Straelen en Maastricht.
Na de Tachtigjarige Oorlog raakte het Overkwartier verder verdeeld. Aan het begin van de achttiende eeuw brak de Spaanse Successieoorlog uit. Daarin aasden zowel de Fransen als de Pruisen op de Zuidelijke Nederlanden. Bij de Vrede van Utrecht in 1713, die het einde van de oorlog betekende, verdeelden vier partijen het Overkwartier onder elkaar. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden kreeg het ambt Montfort, Venlo en een strook land ten oosten van de Maas bij Reuver en Beesel. Het huis Habsburg kreeg Roermond tot aan de huidige Duitse stad Wegberg en een enclave ten noorden van Thorn. Erkelenz kwam in handen van Karel III Filips van de Palts, die ook het vroegere hertogdom Gulik bezat. Het grootste gedeelte van het voormalige Overkwartier kwam echter in handen van het kersverse koninkrijk Pruisen. Keurvorst Frederik Willem I van Pruisen kreeg onder andere het gebied ten noorden van Venlo, ambt Kessel, ambt Goch, ambt Straelen, ambt Geldern en ambt Krickenbeck toegewezen.
In de Franse tijd was het Overkwartier onder keizer Napoleon weer korte tijd één geheel, hoewel het bestuurlijk was opgedeeld in het Nedermaas- en Roerdepartement. Nadat de Fransen verslagen waren, volgde opnieuw een deling. Het oostelijke gedeelte van het voormalige Overkwartier werd weer Pruisisch, het westen hoorde nu bij het Koninkrijk der Nederlanden. Tussen 1815 en 1830 waren België en Nederland verenigd in het Koninkrijk der Nederlanden onder koning Willem I. Daarna scheidde België zich af en kreeg de zuidelijkste provincie van Nederland de grenzen die we vandaag de dag nog kennen.
Tijdens de bevrijding van Nederland in 1944 en 1945 is in het voormalige Overkwartier hevig gevochten. Zeven maanden lang liep het verschuivende front dwars door Limburg. In september 1944 probeerden geallieerde troepen Nederland vanuit het zuiden te bevrijden door de grote rivieren Maas, Waal en Rijn in handen te krijgen. Deze operatie mislukte gedeeltelijk: de troepen bleven steken ten zuiden van de Rijn. In Limburg kwamen ze niet verder dan de Maas bij Venlo en de Roer ten zuiden van Roermond. Pas in februari 1945 slaagden de geallieerden erin de Maas en de grens met Duitsland over te steken. Deze strijd om de bevrijding van Nederland heeft in Limburg veel sporen achtergelaten. Meerdere steden, waaronder Venlo, Montfort, Erkelenz en Weeze, lagen volledig in puin en veel belangrijke gebouwen, kerken en bruggen waren vernietigd.
Oost - West
1000-1500
Rijk van Nijmegen
Grensstreken
Ridders van Gelre
1572