Na de Tweede Wereldoorlog verandert het bouwbeleid van Arnhem. De roep om arbeiderswoningen klonk a langer, en de gemeente kan het in de Wederopbouw niet meer negeren. Doordat de bouw van Presikhaaf lang duurt, is het een 'openluchtmuseum van de wederopbouw' geworden. We zien er verschillende bouwstijlen in terug.
Presikhaaf moest huisvesting bieden aan de werknemers van het toekomstig industriegebied. Een probleem is echter dat de arbeiderswijken voor een dekkende grondexploitatie een ruime verkaveling niet toelaten. Allereerst worden Presikhaaf I en II gebouwd, gelegen in de wig tussen de spoorlijnen - die Presikhaaf aan twee zijden begrenzen. De ontwerpers kiezen voor een systematische herhaling van een aantal gebouwen per eenheid, de zogenaamde stempels. De wijken zijn ingericht met veel portiekflats en stroken eengezinswoningen, een klein winkelcentrum, een kleuterschool en lagere scholen. Inmiddels is een groot deel van de flats gesloopt en vervangen.
De traditionele relatie tussen woning en straat wordt bij de stedenbouw geheel losgelaten en 'verkeer' ontwikkelt zich tot een zelfstandige discipline met grote invloed op het stedenbouwkundig ontwerpen. In de heersende visie met betrekking tot de wederopbouw van steden wordt een wijk gezien als een zelfstandige uitbreiding van een stad, met een samenhangende gemeenschap die daar in haar dagelijkse behoeften moet kunnen voorzien. Deze koppeling tussen de ruimtelijke en sociale ordening ziet men als de basis van een rechtvaardige samenleving.
Deze wijk dateert van 1953 en speelt in op bovengenoemde zienswijze. Er komt minder hoogbouw en meer openbare ruimte. Het doorgaande verkeer wordt zoveel mogelijk buiten de woonkernen gehouden. Er is meer oog voor de sociale component. Hierdoor wordt de architectonische vorm weer van meer belang en ook worden er meer functies gecreëerd voor het openbare leven in de woonwijk. Als alternatief voor de strokenbouw wordt de wooneenheid geïntroduceerd. Hierbij bestaat een wooneenheid uit hooguit vier identieke woonwijken. Hierdoor is Presikhaaf III een optelsom geworden van verschillende woonervaringen die elk een klein tuindorpje lijken te vormen. In de tweede helft van de jaren zestig verdwijnt de portiekflat en maakt plaats voor de galerijflat.
Als laatste wordt in de jaren zestig Presikhaaf IV gebouwd. Vernieuwend is de aandacht voor enige werkgelegenheid in de wijk en het bovenregionale winkelcentrum Presikhaaf, welke in 1968 gereed komt. Het winkelcentrum loopt vooruit op de toenemende mobiliteit van het winkelend publiek in Nederland. Het winkelcentrum wordt gebouwd in opdracht van Philips pensioenfondsen. Het architectenbureau E.F. Groosman en ingenieursbureau Jos P. Slot klaren de klus. Het hoge kantoorgebouw is een modern alternatief voor de traditionele kerktoren die aangeeft waar het marktplein is.
Bronnen en verder lezen:
Olga Spekman, CC-BY-NC