Arnhem heeft van alle steden in Gelderland de meeste rijksmonumenten uit de periode van de wederopbouw. In deel I kwamen de John Frostbrug, het Provinciehuis en het Rechtsgebouw aan bod. Er is echter nog veel meer.
Het betonnen kantoorgebouw 'de Grote Enk' te Arnhem is in de periode 1955-1960 gebouwd naar een ontwerp van prof. H.T. Zwiers (1900-1992), in opdracht van de Algemene Kunstzijde Unie (AKU). De AKU/ENKA groeide uit tot een zeer succesvolle onderneming en in de jaren ’20 groeide het complex. Het complex is gebouwd volgens de beginselen van ‘shake hands-architectuur,’ gekenmerkt door een moderne uitstraling met betonnen panelen in de gevels en het plaatsen van het gebouw op pilotis (pijlers). Daarnaast zijn er decoratieve en expressieve elementen toegevoegd. Tegenwoordig is het een appartementencomplex. In 2007 ontving het de Nationale Renovatieprijs.
De protestante Nieuwe Kerk aan de Roosendaalseweg is met een eerste dienst op 27 september 2020 heropend. Voorheen was deze kerk bekend als de gereformeerde Opstandingskerk. De architect van deze kerk is J. Rotshuizen (1888-1979), zijn ontwermet een door de open vormgeving van de ruiten. Het toepassen van religieuze kunst was destijds nieuw in protestantse kerkbouw.
De academie is gebouwd in de periode 1957-1963 door architectenbureau Rietveld (1888-1964), van Dillen en van Tricht. Het ligt op een bijzondere plek aan de weg langs de Rijn. Door de transparantie van het gebouw is van binnenuit het landschap te ervaren. De toepassing van een vliesgevel die los van de constructie staat was destijds gedurfd. Kenmerkend voor Rietveld was dat hij alles zelf ontwierp, van interieur en vaste meubels tot de detaillering en constructie. Het gebouw is meermaals gerenoveerd door Hubert Jan Henket (1940-).
Op een ruim terrein in de Arnhemse bossen realiseerde de Stichting Bio Vakantieoord in de periode 1952-1964 een complex voor kinderen met een beperking. De architecten waren J.J.P Oud (1890-1963) en zijn zoon. Betrokken kunstenaars waren Karel Appel (1921-2006), R. Rooyackers (1920-1998) en A. van den IJssel (1922-1983). Architecten Oud zetten het complex op als een besloten kleinschalige wereld met een centrale as, waar kinderen zich veilig konden voelen. De wit geglazuurde baksteen, primaire kleuren en uitbundige kunstobjecten maken het een vrolijk en opgewekt geheel. Inmiddels is het een Bio Vakantieoord, nog steeds in gebruik voor dezelfde doelgroep.
Bronnen en verder lezen:
Dit is deel II van ‘Arnhemse Rijksmonumenten uit de Wederopbouw’. Klik hier voor deel I!
Olga Spekman, CC-BY