Dick Ket (Den Helder, 10 oktober 1902 - Bennekom, 15 september 1940) was een Nederlandse kunstschilder. Hij kan worden beschouwd als geestverwant van de Groep van de figuratieve abstractie ('De Groep').
Ket heeft in zijn betrekkelijk korte kunstenaarscarrière een eigen stijl ontwikkeld. Aanvankelijk maakte hij in een impressionistische stijl landschappen en stillevens, met brede penseelstreek en paletmes. Rond 1930, toen hij bij zijn ouders in het door hemzelf ontworpen huis in Bennekom woonde, ging zijn gezondheid achteruit. Dit is ook de tijd dat hij verandert van stijl, van impressionistisch naar een meer magisch-realistische schilderstijl. Hiervoor vond hij inspiratie bij de Vlaamse primitieven van de vijftiende eeuw en renaissanceschilders.
In deze latere werken komt duidelijk zijn bijzondere levensfilosofie naar voren. Samengevat komt die hierop neer: hij geloofde in twee tegengestelde werelden, die elkaar in balans hielden, de wereld van het 'zijn', de materiële wereld, tegenover die van het 'niet-zijn', de geestelijke. In alle verschijnselen, dingen en feiten zag Ket de strijd en verhouding tussen het materiële en geestelijke deel van het bestaan. Ook in zijn kunst komt deze visie tot uiting. Het ging hem als kunstenaar niet alleen om de natuurgetrouwe weergave. Zijn koele, objectieve benadering staat in dienst van de gedachte dat ook aan dode voorwerpen in het schilderij bezieling toegedicht kan worden.
In een brief uit 1932 aan zijn verloofde Nel Schilt schreef hij:
'…dat er meer is tussen Hemel en Aarde, ik denk hieraan zo dikwijls als ik stilleven schilder. Juist in deze dode dingen voel ik de aanwezigheid van het alomvertegenwoordige en ik betrap me erop, dat ik met liefde over deze dode voorwerpen kan denken en ze behandelen.'
Zijn levensvisie valt grotendeels af te leiden uit zijn vele brieven, die tussen 1930 en zijn dood in 1940 zijn enige contact met de buitenwereld vormden. Hij was aan huis gebonden, door zijn hartziekte, steeds toenemende vermoeidheid en verschillende fobieën, als straatvrees en vreemdelingenangst. Dit geïsoleerde bestaan is ook de reden dat enkele voorwerpen vaak voorkomen in zijn stillevens, zoals een wit kommetje, geraniums, een houten paardje en reclameposters. Deze voorwerpen waren voorhanden in zijn ouderlijk huis.
In zijn stillevens liggen alle voorwerpen in een onderling verband met elkaar. Hij streefde naar zuiverheid en objectiviteit, en vooral naar een perfectionistische gedetailleerdheid. Hij schilderde elk voorwerp met grote precisie. Hoewel Ket nooit een kubist is geweest, had hij wel een zekere interesse en voorkeur voor het kubisme, wat goed te zien is in al zijn stillevens. Zijn voorstellingen zijn opgebouwd met de hulp van geometrische vormen als kubussen, rechthoeken, cilinders, ovalen en diagonalen. Het is van Ket bekend dat hij soms dagenlang bezig was met de voorwerpen herschikken om tot de goede compositie te komen. Al zijn werken getuigen van een gevoel voor orde, ritme en maat.
Zijn graf is nog altijd te vinden op de begraafplaats achter de kerk van Bennekom. Dit graf is door de gemeente Ede in onderhoud genomen zodat het niet verdwijnt.
Bron: Wikipediapagina Dick Ket
Kunst en cultuur
1900-1950
Arnhem
Arnhem e.o.