Johannes Lambertus Bernardus Bronkhorst (1909-1986) en Agnes Wilhelmina van Lent (1914-1988) woonden in de Prins Hendrikstraat 41 in Arnhem. Toen op 23 september 1944 op bevel van de Duitsers alle Arnhemmers moesten evacueren, vertrokken zij naar een vakantiehuisje op landgoed Coldenhove in Eerbeek. Johannes had samen met mannen uit de omliggende vakantiehuisjes diep in het bos een schuilkelder gegraven waar minstens tien man in konden schuilen. Het verhaal Johannes en Agnes is opgetekend door hun kleindochter Melissa Michele.
‘Waar is je man?’ Agnes hoorde een boze stem buiten hun houten huisje. Er staan drie soldaten voor de deur, haar buurvrouw Emma staat in de opening. Tranen rollen over haar wangen en ze kan niet antwoorden. Ze lijkt razend. Agnes, opgelucht dat Johan en de anderen verstopt zitten, ziet dat Emma volhoudt met liegen.
De officier draait om en neemt een kijkje, terwijl Agnes door het huisje loopt. ‘Wie bent u?’ vraagt hij nors. Voordat Agnes antwoordt loopt ze hem voorbij en gaat naast Emma staan. ‘Ik ben Agnes Bronkhorst’.
‘Waar is uw man?’ ‘Ik weet het niet. Soldaten hebben hem een paar maanden geleden afgevoerd’ zegt Agnes kalm en rustig. ‘Laat me er in’ briest de officier.
Agnes en Emma gaan opzij en de officier neemt nogmaals een blik naar binnen. De kinderen zijn in het woongedeelte, ogenschijnlijk zich niet bewust van de soldaat. ‘Er is hier binnen, in dit twee kamer huisje, geen plaats om mensen te verbergen’.
Agnes kijkt, voordat ze de deur dicht doet, de soldaten na terwijl ze het bosgebied verlaten. Ze trekt baby Martin tegen zich aan voor een knuffel. ‘Wanneer hebben ze weg weten te komen?’, vraagt ze. ‘Tien minuten voordat de soldaten kwamen’ antwoordt Emma’. ‘Hoe wist je dat ze kwamen?’ ‘We hoorden ze bij het huisje van Joost. Er was veel herrie en rumoer daar.’ Agnes liet haar hoofd op die van haar jongste rusten en sloot haar ogen.
Een paar uur later, het licht verdwijnt langzaam uit het bos, helpt Agens haar vierjarige zoon Hans in zijn jas. ‘Hans, weet je nog waar we naartoe gaan?’ ‘Ja, we gaan naar de berg’. Lachend pakt ze zijn hand vast en ze lopen naar de heuvel. Agnes fluit twee keer, terwijl ze naar de top lopen. Ze kijkt een minuut om zich heen. Johan, Serge, een joodse familie, Tobias, Estella en hun twee dochters weten dat en wachten nog een extra kwartier, voordat ze terugkeren.
Hans steviger vastpakkend, loopt Agnes sneller terug. Hans vraagt: ‘Hoe lang moeten we dit nog doen, mama?’ Agens stopt en knielt rustig voor hem neer. ‘Hopelijk niet veel langer meer’.
Origineel: Melissa Michele (1994). Vertaald door: Léon Bronkhorst (2016)