
Catherina van Bourbon, geboren in 1440, komt uit een welvarend en belangrijk adellijk geslacht. Zij was de dochter van Karel I van Bourbon en Agnes van Bourgondië. Ook was zij een nicht van Filips de Goede, hertog van Bourgondië. Op 28 december 1463 trouwt zij in Brussel met Adolf van Gelre (1438-1477), die tussen 1465 en 1471 hertog van Gelre was. Uit dit huwelijk worden twee kinderen geboren te weten Filippa van Egmond (1465-1547) en Karel van Gelre (1467-1538). Catherina heeft niet lang geleefd, want op 21 mei 1469 is zij te Nijmegen overleden slechts 29 jaar oud. Helaas is er van haar persoonlijk niet veel bekend.
In haar testament heeft Catherina geld beschikbaar gesteld voor de St. Stevenskerk. Voor deze verdienste werd zij op de ereplaats in het koor begraven, recht voor het hoofdaltaar. Met dit legaat werd het mogelijk de kerk meer aanzien te geven. De kerk kreeg een hoog kathedraalachtig priesterkoor met een krans van straalkapellen, rijk versierd met kapitelen, kraagstenen en beelden. Paus Pius IV gaf toestemming om de kerk te verheffen tot een kapittelkerk. Deze functie had de St. Stevenskerk van 1475-1591. In 1591 werd de kerk protestants.
In 1512 laat Catharina’s zoon, Karel van Gelre, een mooi praalgraf plaatsen boven haar grafkelder in de St. Stevenskerk. Bij de restauratie van de kerk in de periode 1948–1969 is onder de kerk een compleet nieuw betonnen souterrain aangelegd, waarin haar kist een plaats heeft gekregen. Alle overige graven in de kerk zijn toen geruimd en in het noordertransept herbegraven. Met uitzondering dus van Catherina van Bourbon. Nu kunnen wij nog steeds genieten van dit mooie grafmonument.
Bronnen
Meer informatie
Olga Spekman, CC-BY