Johan Maelwael (ca. 1371-1415) kan beschouwd worden als grondlegger van de Nederlandse schilderkunst. We kennen geen namen van schilders voor zijn tijd met een dergelijk oeuvre en internationale faam. Toch is zijn naam in eigen land lang onbekend gebleven.
Johan Maelwael groeide op in een Nijmeegs kunstenaarsgeslacht dat in de wijde regio al een reputatie als heraldische schilders had verworven, want hun familienaam betekent ‘schildert goed’. Zijn vader Willem en oudoom Herman Maelwael vervaardigden voor hertog Willem I van Gelre (1364-1402) honderden pronkstukken, die hij meevoerde op zijn vele reizen, kruistochten en toernooien door heel Europa. In het familieatelier aan de Burchtstraat leerde Johan van jongs af aan vele ambachtelijke vaardigheden, zoals het beschilderen van stoffen voor paardendekens, vlaggen en wimpels. Maar ook het bewerken van steen, hout en edelmetalen.
Zijn talent viel op bij de Franse vorsten, waardoor hij in 1395 aan het hof in Dijon kwam te werken, mogelijk zelfs al eerder. Een jaar later verkreeg hij van de Franse koningin Isabella van Beieren de opdracht stoffen te ontwerpen. Spoedig stelde Filips de Stoute, hertog van Bourgondië, hem aan als zijn kamerheer en hoofd van de hertogelijke werkplaats in Dijon. Bij Johan Maelwael is de overgang zichtbaar van heraldisch kunstenaar naar autonoom kunstenaar met een veelvoud aan onderwerpen en vernieuwende technieken. Hij schilderde het eerste schilderij op doek (De vlindermadonna, nu in Berlijn), het eerste tondo (een rond schilderij, De grote ronde Pieta, nu in het Louvre) en vernieuwde de portretkunst. Door het veelkleurig beschilderen van stenen sculpturen, zoals de graftombe van Filips de Stoute en de beelden van de Mozesput verkregen deze een fel realistisch uiterlijk. De Mozesput in Dijon behoort nu tot het UNESCO Werelderfgoed. Johan Maelwael groeide uit tot de best betaalde kunstenaar van zijn tijd. Van zijn vele kunstwerken zijn er echter weinig bewaard gebleven.
Johan Maelwael haalde in 1398 zijn neven Herman, Paul en Johan van Lymborch naar Parijs voor een opleiding. Zij noemden zichzelf vaak ook Maelwael, naar hun succesvolle oom. Zijn invloed op het werk van de gebroeders Van Lymborch is groot. Binnen het familieatelier Maelwael-Van Lymborch werden regelmatig artistieke vondsten uitgewisseld, zodat tegenwoordig werken van zijn neven ook aan Maelwael worden toegeschreven en andersom.
Lang is gedacht dat Jean Malouel, zoals hij in Frankrijk werd genoemd, een Franse kunstenaar was. In 1914 had de Nijmeegse archivaris Herman van Schevichaven echter al ontdekt dat Johan Maewael afkomstig was uit Nijmegen, maar dat maakte toen weinig indruk. Pas in 2003 met de oprichting van de Stichting Maelwael Van Lymborch en de expositie in 2005 in Museum het Valkhof door Pieter Roelofs en Rob Dückers kwam daar verandering in. In 2012 kocht het Louvre een beschadigd paneel met een schildering van Maelwael aan voor 7,8 miljoen euro en noemde dat 'de belangrijkste aankoop van de afgelopen 50 jaar'. In 2017 kreeg Johan Maewael eindelijk in eigen land erkenning met een expositie in het Rijksmuseum.
Bronnen:
- Herman D. J. van Schevichaven, ‘Maelwael, Johannes’, in Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek, ed. by P.C. Molhuysen and P.J. Blok (Leiden: A.W. Sijthoff, 1914), III, p. 808.
- Friedrich Gorissen, 1954, ‘Jan Maelwael und die Brüder Limbourg: Ein Nimweger Künstlerfamilie um die Wende des 14. Jahrhunderts’, Bijdragen en Mededelingen van de vereniging Gelre 54, 1954, p. 189-221.
- Pieter Roelofs, ‘Johan Maelwael, Hofschilder in Gelre en Bourgondië, in Rob Dückers, Pieter Roelofs (red.) De gebroeders Van Limburg. Nijmeegse meesters aan het Franse hof, 1400-1416, 2005, tentoonstellingscatalogus Museum het Valkhof, Ludion, pp. 12-23.
- Pieter Roelofs (red.), Johan Maelwael, tentoonstellingscatalogus Rijksmuseum, i10, 2017.
- Clemens Verhoeven en André Stufkens, Johan Maelwael en de Gebroeders Van Limburg. Grondleggers van de Nederlandse schilderkunst, Nijmegen, Vantilt, 2017.
André Stufkens, CC-BY-SA
Kunst en cultuur
Personen
1000-1500
Nijmegen
Rijk van Nijmegen
Grootste Gelderlanders