Dirck Vijgh werd in 1531 geboren als oudste zoon van Claes Vijgh en Anna van Gelder. Van vaderszijde stamde hij uit een oud aanzienlijk riddermatig of schildboortig geslacht, ook genoemd Hardevust. Van moederszijde was hij een kleinzoon van de Gelderse hertog Karel van Egmond.
Dircks vader werd door deze hertog in 1538 aangesteld als ambtman, richter en dijkgraaf van het Ambt Nederbetuwe en als schout en richter van Tiel en Zandwijk. In 1556 werd Dirck aangenomen als lid van de ridderschap van het Hoogadelijk landgericht van de Nederbetuwe en door zijn vader aangesteld als schepen van Tiel en in 1557 als vervangend schout en richter. In de jaren 1559-1560 raakte hij verzeild in een tegen hem aangespannen proces, maar de Spaanse koning Filips de tweede verleende hem gratie.
Rond het begin van de Opstand van 1567 ging Dirck, evenals zijn broers en zusters, over naar de zijde van Willem van Oranje. Hij vervulde in diens dienst diverse militaire functies. In 1578 werd hij door de Gelderse stadhouder Jan van Nassau aangesteld als opvolger van zijn vader Claes Vijgh en in 1579 als gouverneur van Tiel. De frontstad Tiel was van groot belang voor het bewaken van de rivieren de Waal en de Rijn en als bescherming voor het Hollandse achterland. Reden voor de Staten van Holland om aan Dirck niet alleen de rang van kapitein te verlenen, maar ook zijn vendel soldaten in de loop van de tijd uit te breiden tot driehonderd man.
Vanaf 1578 heeft Vijgh als ambtman en militair een belangrijke rol gespeeld tot behoud van de stad Tiel en de Nederbetuwe. Door de hogere overheden werd hij ook in andere gebieden ingezet. In de uiterst moeilijke oorlogs- en levensomstandigheden heeft hij altijd getracht de bevolking zo goed als doenlijk te beschermen. Hij was een voorstander van de gereformeerde religie en heeft wezenlijk bijgedragen aan de opbouw en instandhouding van de gereformeerde kerk. Dat laat onverlet, dat hij altijd oog heeft gehad voor de belangen van de gehele bevolking, ongeacht welke (religieuze) achtergrond zij hadden. Het belang van Dirck Vijgh in diens functioneren in de eerste helft van de Nederlandse Opstand kan moeilijk worden onderschat. Hij was Heer van Zoelen en leenheer van Zoelen en den Aldenhaag.
Zoals veel van zijn mede-ambtlieden had hij tijdens zijn functioneren een ambivalente houding met het Hof van Gelre en Zutphen. Dit werd met name veroorzaakt door de voortdurende pogingen van de kanselier en raadsheren van dat Hof om op allerlei gebied meer macht naar zich toe te trekken.
Dirck heeft vier relaties gehad, waarvan twee in een wettig huwelijk, waaruit in totaal 15 kinderen werden geboren. Hij trouwde op 31 mei 1566 met Heijlwich van Rossem en op 18 juni 1598 te Tiel met Theodora Pieck. Dirck overleed op 4 april 1615 te Tiel en werd bij zijn ouders begraven in de Sint Maartenskerk aldaar. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Caerl Vijgh, raadsheer aan het Hof van Gelre en Zutphen.
Bronnen en verder lezen:
Dr. Peter D. Spies, CC-BY-NC