
Voor veel inwoners was de oorlogssituatie een regelrechte ramp. De veenwinning in de Gelderse Vallei stagneerde. Spanjaarden stroopten vanuit Zutphen en Deventer het platteland af, soldaten persten de bevolking geld en goederen af. Pas toen Maurits in 1591 Zutphen, Deventer en Nijmegen veroverde, keerde in sommige delen de rust weer. Maar ten oosten van de IJssel behielden de Spanjaarden lang de overhand. Pas na het Twaalfjarig Bestand werden Groenlo (1627), Venlo (1632) en Roermond (1632) door Frederik Hendrik veroverd. Gelre was voor de oorlog van belang als frontgewest, zowel in aanvallend als verdedigend opzicht. Om die reden werden tien steden zwaar versterkt, 67 redouten en vijftien grote schansen gebouwd.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Gelderland. Het volgende venster is hier te vinden.