De Tachtigjarige oorlog

Gelderland wordt deel van de Republiek

In 1581 verklaarden de noordelijke steden en gewesten zich onafhankelijk van Spanje. Samen vormden zij de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden, waar het protestantisme de toon aangaf. Ook Gelre sloot zich aan. Vooral in de eerste decennia van de oorlog was het zeer onrustig in Gelre.

Voor veel inwoners was de oorlogssituatie een regelrechte ramp. De veenwinning in de Gelderse Vallei stagneerde. Spanjaarden stroopten vanuit Zutphen en Deventer het platteland af, soldaten persten de bevolking geld en goederen af. Pas toen Maurits in 1591 Zutphen, Deventer en Nijmegen veroverde, keerde in sommige delen de rust weer. Maar ten oosten van de IJssel behielden de Spanjaarden lang de overhand. Pas na het Twaalfjarig Bestand werden Groenlo (1627), Venlo (1632) en Roermond (1632) door Frederik Hendrik veroverd. Gelre was voor de oorlog van belang als frontgewest, zowel in aanvallend als verdedigend opzicht. Om die reden werden tien steden zwaar versterkt, 67 redouten en vijftien grote schansen gebouwd.