De V1 in museum Deelen is opgebouwd uit restanten die zijn gevonden op Nationaal Park de Hoge Veluwe. Enige brokstukken werden gevonden door personeel van het park en museum Deelen werd gevraagd of zij dit wilden hebben. Een ploeg werd gestuurd naar de crash site en vond daar veel brokstukken. De V1 was nagenoeg compleet. De ontbrekende delen werden zoveel mogelijk aangekocht en door ruil verkregen. Jarenlang werden de brokstukken in de expositie los uitgestald, waardoor er altijd de vraag van bezoekers ontstond hoe het er in zijn volledigheid uitgezien zou hebben. Dat heeft er toe geleid dat uiteindelijk de romp werd nagebouwd om daarin alle originele componenten te plaatsen.
De V1 (V staat voor Vergeltungswaffe) heet officieel Fieseler Fi 103, naar de fabrikant, Fieseler Werke GmbH, een Duitse vliegtuigbouwer uit Kassel. De productie vond voornamelijk plaats in de beruchte ondergrondse werkplaatsen van Mittelwerk Dora. Duizenden gevangenen produceerden hier gemiddeld zo'n 2.000 stuks per maand. Volgens Duitse opgaven zijn er 8.564 op Engeland afgevuurd en 2.448 op Antwerpen. Daarbij komen nog de talloze crashes (in Nederland) onderweg naar deze doelen en de grote aantallen die richting Polen en de Baltische zee werden afgeschoten tijdens de testperiode.
De V1 werd aangedreven door een puls jet motor in de vorm van een lange pijp aan de bovenzijde van de V1. De Duitse ingenieur Paul Schmidt ontwierp deze straalmotor in 1931 en nam er een octrooi op. Zijn ontwerp werd tijdens de Tweede Wereldoorlog gebouwd door de Duitse Argus Motorenfabriek onder de naam As 014. Het is een zeer eenvoudige en relatief lichte motor. Eigenlijk wordt meerdere keren per seconde een gasmengsel in de motor tot explosie gebracht door een simpele bougie. Het kleppenregister aan de voorzijde van de pijp sluit zich door de druk van de ontploffing van de brandstof. Hierdoor kan de druk alleen achter uit de pijp. Als de drukgolf achter uit verdwenen is vormt zich weer een onderdruk. Door de druk van de voorwaartse beweging opent het kleppen register zich dan weer om nieuwe zuurstof en brandstof in de pijp te forceren. Dit proces herhaalt zich enkele keren per seconde en zo verkrijgt het zijn stuwkracht en ook zijn bijnaam. Omdat dit een knorrend geluid oplevert noemden de Engelsen dit een Doodle Bug, een zoemend insect uit Australië.
Nadat de V1 afgeschoten was vanaf een katapult, aangedreven door chemische stoom vond het zijn weg naar het doel door een eigen kompas (voor de richting) en gyroscopen (om de vliegbaan hoog/laag en links/rechts) te bepalen. Door het aantal omwenteling van de propeller in de neus te tellen werd de gevlogen afstand bepaald. Als de V1 zijn doel bereikt had werd de brandstof toevoer afgesloten. De luchtslang naar de servomotor van het hoogteroer automatisch werd verbroken, waarna het roer door middel van een continu gespannen veer omlaag werd geklapt en de V1 omlaag dook.
Museum Vliegbasis Deelen, CC-BY-NC
Tweede Wereldoorlog
1900-1950
Ede
Veluwe