Op de Veluwe is het verhaal van de Tweede Wereldoorlog in Nederland in vele facetten te beleven. Geen Nederlandse streek biedt zoveel verschillende aspecten van deze nog steeds betekenisvolle periode uit ons recent verleden. Een kort, niet uitputtend overzicht, kan een indruk geven voor de rijkheid aan de plaatsen en verhalen van de oorlog.
Bij de Duitse inval in mei 1940 hield de IJssellinie niet lang stand. Wel werd bij Fort Westervoort (gem. Arnhem) fel gevochten rond de IJsselbrug. Wageningen, Gelders Veenendaal en Scherpenzeel werden op 10 mei geëvacueerd. Ze kwamen midden in de vuurlinie van de Grebbelinie te liggen. De dorpskern van Scherpenzeel en het centrum van Wageningen rond de Grote Kerk tonen de typische wederopbouw uit 1940.
In de verdediging van Nazi-Duitsland tegen de luchtaanvallen van de geallieerden vervulde de Veluwe een belangrijke rol. Talrijk zijn dan ook de sporen: het grote Fliegerhorst Deelen (Museum Vliegveld Deelen), de commandobunker Diogenes (Schaarsbergen), de restanten van de radarinstallatie Hase in Harderwijk en radiopeilstation Teerose in Rheden en de gemarkeerde plaatsen van neergestorte vliegtuigen. Radio Kootwijk werd door de Duitsers ingezet in de zeeoorlog voor communicatie met U-boten.
Ook van de Nederlanders die samenwerkten met de bezetter zijn er herinneringsplaatsen van nationale betekenis. Onder dit beladen erfgoed valt te denken aan het partijdagterrein van de NSB, beter bekend als de Muur van Mussert in Lunteren, het NSB-kinderhuis Oosterhelling in Ellecom en het opleidingscentrum voor de Nederlandse Waffen-SS in Avegoor.
Met de dreiging van een geallieerde invasie in het westen van Nederland besloten de Duitse bezettingsautoriteiten in de loop van 1943 steeds meer diensten en ministeries naar het oosten van Nederland te verplaatsen. De Rijkscommissaris Seyss-Inquart koos Apeldoorn als zijn vestigingsplaats. In talrijke gebouwen waaronder Paleis ’t Loo, werden voor dit doel in gebruik genomen. Met name de bunker van Seyss-Inquart is een tastbare herinnering hieraan. Ook in Arnhem werden diensten gevestigd.
Als gruwelijkste daad van de Duitse nationaalsocialistische bezetters en hun Nederlandse sympathisanten is de vervolging en moord op de joden aan te merken. Het Museum van de Sjoel in Elburg herinnert aan de joodse gemeenschap in dat stadje die door de Holocaust is vernietigd. 1250 patiënten en personeelsleden van de Joods psychiatrische inrichting Apeldoornsche Bosch werden in vroege morgen van 22 januari 1943 rechtstreeks afgevoerd naar de gaskamers van Auschwitz. In de huidige psychiatrische inrichting herinnert hier nog een route met toelichting aan. Van het joods Rotterdams Kindertehuis dat na het bombardement op die stad in Arnhem was gevestigd (1940-1943) is het verhaal niet direct zichtbaar. Een kleine groep joden had door contacten Mussert en secretaris-generaal Frederiks een bevoorrechte positie in speciale huizen in onder meer Barneveld (Huize de Schaffelaar). Slechts een klein deel kon onderduiken, zoals in het Verscholen Dorp in Vierhouten.
Tegen het nationaalsocialistisch regime vond verzet plaats. De sporen hiervan zijn eveneens op de Veluwe aan te treffen. Onderduikgelegenheid was er in het genoemde Verscholen Dorp en bij de Drie in Ermelo. Joden, maar vooral ook Nederlandse jongens die niet in Duitsland wilden werken en Britse piloten vonden hier onderdak. In de laatste fase van de oorlog vonden er op de Veluwe talrijke wapendroppings plaats, waarbij het verzet een belangrijke rol vervulde in de verspreiding. De koepelgevangenis in Arnhem, de Willem III-kazerne in Apeldoorn en Kasteel Engelenburg in Brummen zijn enkele van de locaties waar verzetslieden gevangen zaten en gemarteld werden. Op het Ereveld in Loenen vonden velen van hen uit geheel Nederland een laatste rustplaats.
Operatie Market Garden die op 17 september startte, heeft niet het resultaat gehad dat de geallieerden beoogden. Toch zijn er talrijke plaatsen aan de Veluwezoom die eraan herinneren. Wageningen en Ede werden gebombardeerd, waarbij talrijke burgers omkwamen. Bij Ede vonden luchtlandingen plaats. Rond de verkeersbrug in Arnhem werd fel gevochten en in Oosterbeek (Airbornemuseum Hartenstein) hield de 1st Airborne Division tien dagen stand. De gewonde krijgsgevangenen werden naar een hospitaal in de Willem III-kazerne in Apeldoorn gebracht.
Na het mislukken van operatie Market Garden werd de Veluwezoom door de Duitsers geëvacueerd. Honderdduizenden moesten uitwijken naar het noorden en kwamen op de Veluwe terecht in plaatsen als Nijkerk, Barneveld, Beekbergen en Putten. Er zijn verschillende monumenten die hieraan herinneren, zoals het Exodusmonument in Beekbergen, dat verwijst naar de tientallen burgers die tijdens deze tocht door geallieerde beschietingen omkwamen.
De Duitse bezetter was als gevolg van de geallieerde opmars in 1944 en het steeds verschuivende front zeer bevreesd voor acties achter de frontlinie. De Jedburgh acties rond Arnhem en wapendroppings op de Veluwe gaven hiertoe ook aanleiding. De Duitse reactie bestond uit terreur. Op de Veluwe hebben de meest dramatische represaille acties plaatsgevonden die ook in monumenten herdacht worden: het afvoeren en vervolgens de dood van een groot deel van de mannelijke bevolking van Putten heeft internationale bekendheid. De terreur na de aanslag op Rauter bij de Woeste Hoeve heeft diepe sporen na gelaten. Maar ook in Hattem en Apeldoorn vonden represailles plaats na acties van het verzet.
Tijdens de bezetting waren er op de Veluwe verschillende werkkampen, die overigens al voor de oorlog waren ingericht. Werkelozen, Nederlandse Arbeidsdienst, joden en anderen werden hier in verschillende gradaties van dwang genoodzaakt te werken. Vanaf het najaar van 1944 werd het arbeidstekort van de Duitsers steeds nijpender en waren ook voor het aanleggen van verdedigingswerken meer mannen nodig. Bij razzia’s in Apeldoorn en Oldebroek werden vele mannen opgepakt. Dit verhaal is op verschillende plaatsen te zien.
Vanaf 12 april 1945 trokken de Canadezen de IJssel over en werd de Veluwe geleidelijk bevrijd. Bij Otterlo vond 16/17 april de laatste grote slag in Nederland plaats waarbij 300 Duitsers en 50 Canadezen sneuvelden. In onder meer Apeldoorn, Arnhem, Nijkerk en Wageningen zijn er plaatsen waar deze bevrijding herdacht wordt. De nationale capitulatie vond in mei 1945 plaats in Hotel de Wereld in Wageningen.
Terwijl Nederland bevrijd was, ging de strijd en bezetting van Indië door. Door de talrijke monumenten en het museum bij Huis Bronbeek (Arnhem) wordt dit verhaal van de oorlog in Indië verteld. Naast de vele woningen van Indische Nederlanders in Arnhem en omgeving, zorgde Radio Kootwijk ook voor de sterke band van Gelderland en in het bijzonder de Veluwe met Indië.
De Veluwe heeft in vele opzichten een nationaal herinneringskarakter als het gaat om de oorlog. Prinses Juliana keerde met haar dochters op vliegveld Teuge terug uit ballingschap. Op het Ereveld in Loenen hebben militairen en verzetsmensen uit heel Nederland hun laatste rustplaats. Hun verhalen zijn indrukwekkend. De Airbornebegraafplaats in Oosterbeek trekt elk jaar veel bezoekers uit binnen en buitenland. Het monument van Putten heeft een grote uitstraling en bekendheid. Ook elders op de Veluwe treffen we een groot aantal oorlogsmonumenten. In Oosterbeek bevind zich ook het atelier van Marius van Beek, een kunstenaar die na de oorlog veel oorlogsmonumenten heeft ontwerpen.
WO2GLD zet zich in voor het versterken van de kwaliteit, samenhang en de samenwerking van de herinneringscultuur van de Tweede Wereldoorlog in Gelderland.
WO2GLD, Erfgoed Gelderland, CC-BY
Oorlog
Streekgeschiedenis
1900-1950
Veluwe