Al in het midden van de tiende eeuw werd Bingerden genoemd als deel van het privaatbezit van de graven van Hameland. Hiermee is het landgoed, gelegen in Angerlo, het oudste goed in de buurt van Zevenaar.
Graaf Wichman schonk Bingart en meer goederen in 970 aan de abdij van Elten, maar zijn oudste dochter, de beruchte gravin Adela, vocht deze schenking aan. Na een jarenlange strijd kreeg zij Bingerden in bezit. Zij is waarschijnlijk rond 1020 overleden, waarna het goed in handen kwam van de aartsbisschop van Keulen.
Daarna is het drie eeuwen stil rondom Bingerden. In 1336 wordt de familie Van Bingerden genoemd als bezitter van het landgoed. Uiteindelijk komt het goed in handen van Goeswijn van der Horst tot Rodeholt, getrouwd met Anna van Bingerden. In 1641 werd Bingerden verkocht aan de familie Van Goltstein. Na de dood van hun zoon Johan Arnold van Goltstein ontstonden er problemen over de opvolging. Johan had namelijk drie dochters en in die tijd was het gebruikelijk dat alleen een man erfopvolger kon zijn. De erfgenamen van Van Goltstein lieten zich bijstaan door de rechtsgeleerde dr. Herman Pabst, die in 1662 het landgoed van de familie kreeg. Door het langdurige proces hadden de erfgenamen namelijk een flinke schuld bij de heer Pabst. Zijn nageslacht, de jonkheren Van Pabst van Bingerden, bezaten het goed tot 1842.
Het huis op landgoed Bingerden is vele malen verwoest en weer opgebouwd. Er wordt vermoed dat het huis in de Tachtigjarige Oorlog vernietigd is. In 1786 werd het huis aanzienlijk verbouwd, waarna het in de negentiende eeuw werd uitgebreid. Bingerden ontkwam helaas ook niet aan het geweld van de Tweede Wereldoorlog. In april 1945 werd het huis door terugtrekkende Duitse troepen in brand gestoken. In 1957 werd het huis op kleinere schaal herbouwd in een achttiende-eeuwse stijl. De tuinen van Bingerden zijn inmiddels beroemd dankzij de jaarlijkse Internationale Kwekerijdagen in juni. Het huis en de tuinen zijn privébezit. Het huis is niet te bezoeken en ook de tuinen zijn, behalve tijdens de Kwekerijdagen, niet geopend voor publiek.
Jan Harenberg