Het Historisch Museum Ede is in het bezit van vier fraaie bodebussen. Ze zijn in Ede in gebruik geweest in de periode van 1795 -1950.’
Voor het overbrengen van gemeentelijke bestuursstukken waren er vroeger “busdragende boden” in dienst, beambten die de brieven en andere stukken vervoerden in langwerpige trommels met daarop het wapen van de gemeente. Toen de correspondentie steeds omvangrijker werd, werd de post in leren of linnen zakken vervoerd omdat de bussen te weinig ruimte boden. Aangezien er ook steeds meer particuliere postbezorgers kwamen, ook met tassen, droeg de gemeentelijke bode een metalen , schildvormige plaat, voorzien van het gemeentelijke wapen. Waarschijnlijk is de naam “Bodebus” overgegaan op dit onderscheidingsteken.
Ede kende eind achttiende eeuw vier busdragende boden: voor elk kerspel één. Een kerspel is een Middelnederlandse benaming voor een kerkgemeente, die ontstaan is in de elfde of twaalfde eeuw en vaak samenvalt met de grenzen van het ambt. In 1795 besloot het gemeentebestuur de vier ambtsboden te voorzien van een onderscheidingsteken: de bodebus. Deze werden gemaakt door zilversmid J. van de Bergh in Arnhem.
De vier originele bodebussen uit 1795 hadden ongetwijfeld het wapen van Ede in het medaillon staan. Tijdens de overheersing van Napoleon I werd zijn wapen - de adelaar - gebruikt. De bodebus in de meest originele staat vertoont dit wapen. De ingekorte bus was opnieuw voorzien van het Edese wapen.
Na 1860 was er nog maar plaats voor één bode voor de hele gemeente Ede. Deze mocht wel fier zijn bodebus blijven dragen. Deze bus was voorzien van het Edese wapen, en enigszins ‘ingekort’ om het dragen praktischer te maken. De laatste gemeentebode die de bodebus tot circa 1950 heeft gedragen was chef-bode Kees de Klein. Drie van de bodebussen behoren al heel lang tot de collectie van het Historisch Museum Ede; de vierde completeert sinds 1993 het kwartet in het museum. Een dochter van de genoemde gemeentebode De Klein , mevrouw Waayenberg – De Klein was na het overlijden van haar vader in 1976 in het bezit gekomen van zijn bodebus. Zij woonde toen in Zwitserland. De familie keerde terug naar Ede en schonk de vierde bodebus aan het museum.
Bron:
Historisch Museum Ede, CC-BY
Streekgeschiedenis
1700-1800
Ede
Veluwe