De Bataven stonden in de eerste eeuw vóór Christus bekend als zeer goede ruiters. In de grote Bataafse nederzetting die bij Tiel-Passewaaij werd opgegraven, vonden archeologen een ijzeren tang waarvan de functie onduidelijk was. Waar diende deze tang voor en wat is de relatie met de Bataafse ruiters?
'Hoti kratistoi hippeuein eisi': 'omdat ze de beste ruiters zijn'. Zo vatte de Grieks-Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio de militaire kwaliteiten samen van de Bataven, die al door vele anderen vóór hem waren geprezen. Over die Bataven is ook later heel veel geschreven, zowel op basis van verzinsels als van serieus onderzoek. Zeker is wel, dat het van oorsprong mensen waren uit Midden-Duitsland. Ze hadden al in de eerste eeuw vóór Christus de reputatie van geduchte ruiters, net als veel volkeren ten oosten van de Rijn. Ze werden dan ook graag gerekruteerd door de Romeinen, die voor hun ruitereenheden vooral uitheemse hulptroepen gebruikten. De Germaanse paarden die de Bataven bereden, waren klein (een soort Shetlandponies) maar extreem taai en getraind voor de strijd. Later, toen de Bataven in het Nederlandse rivierengebied waren gevestigd, gingen ze een groter slag paarden fokken, zoals dat door de Romeinse cavalerie gebruikt werd.
In de grote Bataafse nederzetting die bij Tiel-Passewaaij werd opgegraven, vonden archeologen een ijzeren tang waarvan de functie onduidelijk was. De archeologen hebben zich een tijdlang gebogen over de vraag, wat dit voor instrument zou kunnen zijn. Ze vermoeden eerst dat het een notenkraker of een castratietang zou kunnen zijn. Maar uiteindelijk blijkt het voorwerp in verband te staan met de paardenhouderij. Op een Romeins reliëf uit Frankrijk zijn twee mannen afgebeeld die kleine operaties verrichten aan paarden. Bij een van de dieren wordt de lip vastgeklemd met een soortgelijke tang. Ook uit recente tijd zijn dergelijke `pramen’ bekend. Hun werking is te vergelijken met de naald van een acupuncturist. Door met de tang te knijpen in bepaalde drukpunten in de bovenlip van een paard, wordt het dier rustig en laat zich zonder verdoving allerlei handelingen welgevallen. Als dit inderdaad het werktuig is van een Bataafse veearts, bevestigt het de reputatie van deze stam als paardenvolk bij uitstek.
Evert van Ginkel
Archeologie
-3000-500
Tiel
Rivierengebied