Een Drentse bijl in Tiel

Het ontstaan van de Nederlandse bronsindustrie

Rond 1000 voor Christus ontstond in Noordoost-Nederland een bronsindustrie, ondanks het feit dat de materialen waar brons van wordt gemaakt niet in Nederlandse bodem te vinden zijn. Gebruikte brons werd ingezameld en omgesmolten om er eigen producten van te maken. Bijna al deze Nederlandse bronsproducten werden teruggevonden in het gebied tussen de rivieren de Hunze en de Eems. Maar één kokerbijl uit deze traditie is in 2004 ook in Tiel opgegraven.

Glimmend en duurzaam

Rond 2000 voor Christus vond in Europa een technologische revolutie plaats. Zo mogen we de introductie van het brons wel noemen. Brons, een taai en bestendig metaal dat meer dan duizend jaar het materiaal zou zijn voor gereedschappen, sieraden en wapens, is een legering van koper en tin. Die metalen komen in Nederland niet voor in de bodem. De bewoners van deze streken waren dan ook afhankelijk van import. Het ging dan niet om koper-, tinerts, of baren brons, maar om kant-en-klare voorwerpen. Het duurde even voordat ze hier belandden, en wat de bewoners ervoor in ruil hadden, weten we niet, maar er kwamen bronzen voorwerpen van alle kanten naar hier: uit Frankrijk, uit Duitsland, over zee vanuit Engeland. Op een bepaald moment was er zoveel brons in omloop, dat bronsgieters het de moeite waard vonden om in deze bronsloze omgeving te blijven en gebruikt brons in te zamelen, om te smelten en tot nieuwe voorwerpen om te gieten. Die inheemse bronsindustrie is te herkennen aan vormen van voorwerpen die alleen hier worden gevonden. Meestal zijn ze naar buitenlands voorbeeld gemaakt, maar hebben ze een eigen karakter.

Spraakmakend importstuk

Zo’n eigen bronsindustrie ontstond in de Late Bronstijd, rond 1000 voor Christus, in Noordoost-Nederland en het aangrenzende Duitse gebied. Archeologen spreken van de Hunze-Eems-traditie. De producten worden bijna alleen daar gevonden. Bijna, want in 2004 werd in Tiel een bronzen Hunze-Eems- kokerbijl opgegraven. Zo’n bijl had een holte waardoor hij aan een kromme steel kon worden geschoven en zo met iedere klap vaster kwam te zitten. Een leren veter aan een speciaal meegegoten oogje borgde de kop aan de steel. Het is een uitzonderlijk stuk: ruim een pond zwaar en flink gebruikt. Hij is als Hunze-Eemsproduct herkenbaar aan de ringvormige versiering rond de holte. Hij heeft bovendien halfronde versieringen, die herinneren aan een ouder bijltype: de vleugelbijl, die met omgebogen flapjes (de vleugels) aan de steel werd gezekerd. In de nederzetting bij Tiel waar hij langs onbekende weg terecht is gekomen, zal het zeker een conversation piece zijn geweest. In de wijde omtrek had niemand zo’n bijl!


Rechten

Evert van Ginkel

  • Archeologie

  • -3000-500

  • Tiel

  • Rivierengebied

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl