In de jaren ’60 van de vorige eeuw hadden de steenfabrieken het zwaar, vanwege overproductie en lage prijzen. Steenfabriek de Bunswaard sloot zijn deuren in die periode en de Staartjeswaard volgde niet lang daarna. De resten van steenfabrieken vormen nu industrieel erfgoed. Kleiputten in de uiterwaarden werden in de jaren ’80 van de vorige eeuw gebruikt voor afval. In de 21e eeuw krijgen de uiterwaarden juist een rol in de natuurbeleving.
Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, de Waal als levensader, thema Delfstoffen van de Waal.
Tot in de jaren ’80 vormde men ondiepe kleiputten het liefst weer om tot landbouwgrond door ze op te vullen. Dat deed men deels met afval. Een deel van de putten bij de Staartjeswaard werd gevuld met vliegas, dat werd afgevangen uit de rook van de elektriciteitscentrale Gelderland bij Nijmegen. Daarnaast werd ook bouw-, sloop- en bedrijfsafval gestort. Het afval werd vervolgens afgedekt met een 35 tot 80 cm dikke schone grondlaag, waarmee ze geschikt werden als landbouwgrond. Het is nu natuurgebied waar runderen en paarden grazen en mensen wandelen. Inmiddels zien we het ondergrondse afval als onwenselijke verontreiniging. Verwijderen is zeer kostbaar. Voorkomen moet worden dat schadelijke stoffen zich verspreiden. De verontreinigingen leveren, mede door de afdeklaag, geen gevaar op voor mens en dier.
De hoogteligging van de uiterwaard is bepalend voor het landschap van nu, voor hoe vaak overstromingen optreden en wat voor planten en bos er groeien. Op het hoogtekaartje zijn de vroegere vergravingen en opvullingen af te lezen. A: Dijkmagazijn Beuningen, B en D: diep vergraven uiterwaarden, weer opgevuld, deels met vliegas. C: afgegraven uiterwaard met kleiputtenstructuur, deels met bos begroeid, deels gevuld met sloop- en bedrijfsafval. E: steenfabrieksterrein, opgehoogd en daardoor hoogwatervrij. F: diep afgeticheld terrein met nat bos, met opgeworpen aarden ruggen (rabatten), zodat de bomen boven water staan. G: lage zone langs dijk, vergravingen voor vroegere dijkverhogingen. H: Moespotsche Waai, overstromingskolk uit zestiende of zeventiende eeuw.
In 2017 en 2018 zijn de uiterwaarden bij Beuningen opnieuw ingericht, vanuit de wens om de natuurwaarde van het gebied te verhogen en de veiligheid te verbeteren. De beoogde geul om de waterafvoer te verbeteren is om technische redenen niet helemaal uitgevoerd. Wel zijn andere maatregelen getroffen, zoals een open stroomvlakte om het water een vrije weg te geven. Met maatregelen als amfibiepoelen, natuurlijke graslanden en het opknappen van het Weurtsche Straatje, zijn de natuurwaarden verbeterd. Voor recreanten zijn voorzieningen getroffen als een betere opgang naar het pontveer en een speeleiland voor kinderen.
Van de Bunswaard staat nog een veldoven uit 1859 en een ringoven (vlamoven) uit 1917 met de beeldbepalende 50 meter hoge schoorsteen. De gebouwen zijn opgeknapt en hebben een woonbestemming gekregen. Het hoogwatervrije terrein van de Staartjeswaard is nog in gebruik als bedrijfsterrein en wordt gebruikt voor buizenopslag en -verwerking. Ook hier staan nog enkele gebouwen van de steenfabriek, waaronder de schoorsteen.
Vervolg: De Waal als inspiratie
Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-SA
Verbeelding van de Waal
Landschap
1950-2000
Beuningen
Rijk van Nijmegen