De Betuwe ligt tussen de rivieren de Waal in het zuiden en de Nederrijn en de Lek in het noorden. Het bestaat uit drie delen: de Over-Betuwe; de Neder-Betuwe en de Tielerwaard. De landstreek valt onder twee Gelderse bestuursregio's: Arnhem-Nijmegen en Rivierenland. Welke mooie dingen vind je allemaal als je een dag door de Betuwe trekt? Bekijk de Betuwse road-movie bij dit verhaal.
De Betuwe bestaat uit negen gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Lingewaal, Lingewaard, Neder-Betuwe, Neerijnen, Overbetuwe en Tiel. Ook de tussen de Rijn en de Waal gelegen delen van de gemeenten Arnhem en Nijmegen horen bij de Betuwe.
Over de herkomst van de naam Betuwe bestaat discussie. Zo wordt wel gesteld dat het woord Betuwe oorspronkelijk 'goede grond' betekent. Dat staat dan tegenover de Veluwe: 'slechte grond'. Die verklaring is echter door wetenschappers verworpen. Een andere verklaring zou kunnen zijn dat de naam afgeleid is van de Bataven, die in dit gebied hun kernland zouden hebben gehad.
De Betuwe staat vooral bekend om zijn grootschalige tuinbouw, waaronder de fruitteelt (appels, peren kersen). De oorzaak van dat landgebruik ligt in de geologie en bodemgesteldheid van het gebied. De Betuwe bestaat uit een afwisseling van oude stroomgeulen, de stroomruggen aan weerszijden daarvan en de komgronden verder van de rivier vandaan. Deze oude rivierlopen zijn op vele plekken in het landschap, ook binnendijks, nog goed te herkennen. Met name de stroomruggen met wat zandig materiaal, waren uitermate goed geschikt voor de tuinbouw en fruitteelt en vormen de beste landbouwgronden van Nederland.
In de Romeinse tijd liep de Limes, de Romeinse rijksgrens, langs de Oude Rijn en Nederrijn. In veel Betuwse plaatsen zijn Romeinse vondsten gedaan. In Elst werden maar liefst drie tempels opgegraven. De streek behoorde in de Middeleeuwen en in de vroegmoderne tijd grotendeels tot het Kwartier van Nijmegen, een van de vier kwartieren (gewesten) van het oude Hertogdom Gelre. Uitzondering waren het graafschap Buren, het graafschap Culemborg en de Kleefse enclave Huissen.
Tijdens de tweede evacuatie van de Betuwe was de waterstand van Rijn, Maas en Waal volgens sommige bestuurders zo gevaarlijk hoog, dat 140.000 mensen uit de Betuwe en aangrenzende polders, na 31 januari 1995 verplicht voor vijf dagen tot drie weken geëvacueerd moesten worden. Een groot deel van de Betuwe was al eens eerder geëvacueerd, van november 1944 tot juni 1945, in de nasleep van de geallieerde operatie Market Garden, najaar 1944.
Dit verhaal is onderdeel van het project Leven langs de linie.
Erfgoed Gelderland, 2014, CC-BY-NC