Je ging naar een ‘kleuterschool’ en ‘de lagere school’. Je zat in een ‘klas’. Als je ouders katholiek waren, zat je op een katholieke school en als jongetje op een jongensschool. Zo was het geregeld. Jan Wouterse (1954) ging na de kleuterschool aan de Hoveniersweg naar de Julianaschool. Hij werd overgeplaatst naar de Thomas van Aquinoschool en kwam uiteindelijk terecht op de Jozefschool. Een reis door het onderwijslandschap van Tiel.
“Mijn vader was rooms-katholiek, mijn moeder protestant. Ik ging naar de katholieke kleuterschool en nadat mijn vader in 1960 overleed, naar een protestantse lagere school, de Julianaschool aan de Grotebrugsegrintweg. Mijn moeder hertrouwde in 1962 met een katholieke man, dus moest ik weer naar een katholieke school, de Thomas van Aquinoschool aan de Jacob Cremerstraat.”
Ik ging lopend naar school, van de Akkerstraat naar de Jacob Cremerstraat. We wachtten op het schoolplein voordat we de school in mochten. En dan in rijen naar binnen. Op de Thomas van Aquinoschool waren urinoirs. Dat was een opvallend verschil met de gemengde Julianaschool. We konden niet naar buiten kijken en niet de gang in kijken. Het waren hoge ramen. Ik vond het er ook donker. Je had een lessenaar met zo’n inktpot met schuifje en we schreven met een kroontjespen. We zaten met zijn tweeën in een bankje, een beetje opgesloten.
Ik heb nog een foto. Allemaal angstig kijkende kinderen. Ik kan me niet herinneren dat verjaardagen werden gevierd. Daar hadden ze totaal geen aandacht voor. De jongensschool was ook rumoeriger dan de gemengde Julianaschool. Er gold het recht van de sterkste en er was een heel andere energie. Ik miste die zachtere energie van gemengde klassen. Het was echt een beetje spartaans.
Ik was vaak bang, vooral voor meneer Van Ummelen. Hij liep in de klas van achteren naar voren, zodat je nooit wist wanneer hij bij jouw bankje stond. Als je je in zijn ogen niet gedroeg, kreeg je een tik. En je hoorde hem alleen als er iets fout ging. Hij liep zijn nagels te knippen in de klas. Ik kreeg wel eens nagels op mijn lessenaar. Hij mompelde een beetje voor zich uit. Ik wist nooit wat hij precies verwachtte. Ik ging met tegenzin naar school. Huilend kwam ik thuis, omdat ik was blijven zitten en nog een jaar aan Van Ummelen vastzat.
Dat tweede jaar liet Van Ummelen me vaak boodschappen doen. Onder schooltijd. Niemand die op school tegen hem zei: “Dit kan niet”. Ik ben een keer bij hem thuis geweest, aan de Bönhofflaan. Zijn zoon Guus was verstandelijk beperkt. Wat indruk op mij maakte, was dat hij ook narrig tegen zijn zoon deed. Ik denk dat hij het moeilijk kon hebben dat hij ons, klootjesvolk, les moest geven, terwijl zijn eigen zoon niet mee kon komen.
Begin jaren 60 werd Tiel-Oost gebouwd. Mijn ouders verhuisden in 1963 naar de Nachtegaallaan. In oktober 1964 werd de Jozefschool geopend, aan de Kievitstraat. Daar ging ik toen naar toe. Ik was 9. Het was een modern schooltje, met grote ramen. Je kon echt naar buiten kijken, de vogels zien en mensen zien lopen. Je had een eigen lessenaar met je eigen stoeltje. Geen inktpot meer. Gemengde klassen.
In de hal waren geregeld activiteiten, daar kwam de hele school samen. Onderwijzers kwamen net van de pedagogische academie. Hartstikke jong en didactisch helemaal bijgespijkerd. Ik kwam van de hel in de hemel. Ik vond het echt leuk om daar naar school te gaan.
In de vierde klas had ik meneer Gelens. Die zei tegen mijn ouders: 'Ik denk, dat het goed is dat Jan bijlessen krijgt.' Lezen, schrijven, dictee. Ik ben toen ook lid van de bieb geworden. Ik lees nog steeds graag. Voor het eerst van mijn leven kreeg ik positieve stimulans op school.
In de laatste klas had ik meneer Van Coevorden. Mijn ouders moesten komen. Hij vond me te dom voor de mulo en te onhandig voor de LTS. Mijn ouders moesten kiezen. Ik mocht naar de mulo. Daar was ik heel erg blij mee. Nog steeds.
Een jaar of twintig terug ontmoette ik meneer Gelens toevallig. Ik vroeg hem hoe hij zich de nieuwe school herinnerde. Hij zei: 'Jullie hadden voor kinderen van een vierde klas een flinke achterstand in ontwikkeling. We moesten ons best doen om jullie op het niveau van de derde klas te krijgen. De meest elementaire kennis ontbrak bij de meesten'.
Na de mulo werkte Jan Wouterse bij de NS, de Gemeente Tiel en het Ministerie van BZK. De
benodigde studies deed hij in de avonduren.
Regionaal Archief Rivierenland, CC-BY-SA
Sprekende Herinneringen
Streekgeschiedenis
Onderwijs
1950-2000
Tiel
Rivierengebied