Nadat Zutphen op 8 april 1945 was bevrijd van het oorlogsjuk, werd in De Hoven nog een week lang gestreden. 14 april, de laatste dag, begon met een zeer tragisch voorval. In een kelder aan de Weg naar Voorst 144 ontplofte een fosforgranaat. Zeven mensen kwamen om het leven.
Riek Abbink was toen negen. Ze zat in de kelder met nog zeventien lotgenoten. Ze overleefde de inslag, haar moeder Riek en haar twee broertjes Gerrit en Johan niet. De verschrikkelijke ervaring heeft ze al die jaren zwijgend bij zich gedragen, alleen haar directe omgeving wist ervan. Daar komt bij dat ze ook fysieke gevolgen van de ontploffing ondervindt. ‘Sinds de inslag van die bom heb ik moeite met praten. Het eten vind ik gauw te droog, slikken gaat moeilijk, ik heb er pilletjes voor.’
Ze kan zich na meer dan driekwart eeuw de omstandigheden niet meer exact voor de geest halen. 'Wat ik zeker weet, is dat mijn haar na de inslag helemaal geel was geworden. Maar ik weet niet meer of dat bij de anderen ook zo was. Waarschijnlijk wel.' Ze kan ook niet zeggen hoe lang de groep in de kelder heeft gezeten. 'Het zal vijf dagen tot een week zijn geweest.' De granaat sloeg vermoedelijk ’s morgens in. Rond vijf uur ’s middags was De Hoven, en daarmee heel Zutphen, officieel bevrijd.
Rieks vader Bernhard overleefde de aanslag, al raakte hij ernstig gewond. De anderen in de kelder: 'Elhorst de schoenmaker. Zijn vrouw Antonia. Dan Jan Elhorst. En Tonnie en Mienie Elhorst, een tweeling. Wesselink en zijn vrouw. Jan en Dick Wesselink, Jopie Wesselink, Gerrit Wesselink. Tante Betsy uit Schiedam en een vriendin van haar, de enige van wie ik de naam niet meer weet. Tante Betsy was naar het oosten gekomen, omdat hier genoeg te eten was.' Betsy (Elizabeth) was een van de slachtoffers, net als Antonia Elhorst. Nog twee kinderen moesten de inslag met de dood bekopen: Jopie (ook Jootje genoemd) Wesselink, en haar broertje Gerrit.
De granaat sloeg in aan de achterzijde van de woning. Hij kwam vanaf de Voorsterklei en was ongetwijfeld bedoeld voor de Duitsers in de loopgraven, maar trof de Nederlanders. Op 17 april zijn Rieks moeder en broers overleden aan hun verwondingen, op 30 april zijn ze begraven. 'Daar heb ik niets van meegekregen, mijn tante Dien heeft het me verteld. Ik woonde tijdelijk bij haar, aan de Oude Wed.'
Zie ook het artikel in Contact Zutphen, en het gedicht dat Sander Grootendorst schreef. Dit verhaal is ingestuurd door Sander Grootendorst (met dank aan Gerrie Meijboom) n het kader van het project 'WO2-verhaal Gezocht'. Lees de andere ingestuurde verhalen in de special 'Getuigen van de Oorlog'.
Sander Grootendorst (met dank aan Gerrie Meijboom), CC-BY-NC