Landbouwer Derk Jan Pardijs stamt uit een al eeuwenlang in de Graafschap gevestigde familie. Met vrouw Tonia en de kinderen woont hij op 'de Boggelaar' in Leesten - Warnsveld. Na het overlijden van Tonia hertrouwt hij met Willemina.
In de levenswijze van Derk Jan past niet dat in 1940 een buurland Nederland binnenvalt, hem met de zijnen alle vrijheid ontneemt en een barbaars regime hanteert. Hij begint met kleine verzetsdaden maar gaat daarin steeds verder. Hij biedt onderdak aan mensen die op de vlucht zijn en ook naburige landbouwers doen dat. De onderduikers slapen op de hooizolder en in het kippenhok. De omgeving Hekkelerdijk wordt een haard van verzet, vooral nadat er drie keer een wapendropping plaatsvindt dichtbij op het Grote Veld in Vorden.
Zijn verzetswerk doet Derk Jan in verbondenheid met anderen. Hij staat in contact met de leiders van de L.O. Zutphen (Landelijke organisatie voor hulp aan onderduikers) waartoe behoren Warnsveld, Zutphen, Vierakker, Vorden, Eefde, Hengelo, Lochem en Steenderen. Omdat onderduikers voedselbonnen nodig hebben, worden bij Pardijs (gewapende) overvallen van de Knokploeg op distributiekantoren voorbereid.
Op 18 december 1944 gaat het mis: verraad. De zonen Jan en Wim zijn aan het knollen plukken en zien Duitse overvalwagens het erf oprijden. Ze verstoppen zich snel. De Duitsers duwen acht onderduikers (verzetsmensen LO) in de auto en nemen hen mee. Vader Pardijs moet een paard voor de wagen spannen en met de gevonden wapens en munitie naar Lochem rijden. Alle mannen worden vastgezet in de gevangenis van de Sicherheitsdienst 'De Kruisberg' in Doetinchem. Ook de leiders worden gearresteerd: Lammers, Van den Wall Bake en Bosch van Rosenthal.
Op 1 februari 1945 laat in de middag lopen 94 mannelijke gevangenen van de Kruisberg onder zware bewaking in een kolonne naar het spoorwegstation van Doetinchem. Ze worden verdeeld over drie goederenwagons. Het konvooi gaat naar Winterswijk en dan in de richting van Ruurlo en Zutphen.
Tijdens de treinreis slaagt een aantal mannen erin een luik in de wagon te forceren dat groot genoeg is om te ontsnappen. Zeker vijftien gevangenen maken de sprong naar de vrijheid, zo ook vier leiders van de LO Zutphen en Achterhoek. Derk Jan Pardijs kan helaas niet vluchten, hij zit in een andere wagon. Wat gaat er door hem heen? Hij heeft hartklachten, wordt weggevoerd, steeds verder weg van zijn geliefden en zijn erf. Hij is een man op wie allen steeds hebben kunnen bouwen en vertrouwen, een echte pater familias.
Derk Jan komt op 5 februari aan in Neuengamme dichtbij Hamburg, een kamp met mensonterende omstandigheden. Woensdag 21 februari sterft hij. Als doodsoorzaak wordt genoteerd: hartklachten. Pas op 13 augustus krijgt zijn familie bericht. Oudste zoon Jan Pardijs zet samen met Willemina het werk van Derk Jan voort en de familie woont er tot heden.
Dit verhaal over Derk Jan Pardijs is een gecomprimeerd verhaal uit het boek Dat offer is groot geweest. Dit is nog te koop via de boekhandels in Zutphen en Warnsveld of via e-mail: wim.smeerdijk[at]zonnet.nl
Rijnbrink, de Gelderse Bibliotheken en Erfgoed Gelderland gingen van maart tot en met mei 2021 op zoek naar Gelderse oorlogsverhalen. Lees meer inzendingen in de special Getuigen van de Oorlog.
Ina Brethouwer, CC-BY-NC