De ENKA is waarschijnlijk één van de bekendste voorbeelden uit de Gelderse maakindustrie. De restanten van het imposante fabrieksgebouw aan het spoor bij Ede-Wageningen maken op vele voorbijgangers nog altijd een blijvende indruk. De ENKA heeft niet alleen haar stempel gedrukt op het Gelderse landschap: het bedrijf heeft een zeer belangrijke rol gespeeld in het industriële en sociale verleden van de provincie.
De geschiedenis van de ENKA begint in Arnhem aan het begin van de twintigste eeuw. Om precies te zijn in 1911. Jan Coenraad Hartogs zette destijds de Eerste Nederlandse Kunstzijdefabriek Arnhem (ENKA) op. Hartogs experimenteerde een aantal jaar met het produceren van kunstzijde en opende daarna de fabrieksdeuren aan de Vosdijk in Arnhem.
De jaren daarna stonden in het teken van vooruitgang. In de jaren twintig groeide de vraag naar kunstzijde dankzij de opkomende welvaart en de grotere vraag naar modieuze kleding. Mede daarom opende in 1922 de fabriek in Ede, die meteen al zo’n 1100 man aan personeel huisvestte. Enkele jaren later waren dit er al 3200.
De ENKA is dus een grote bron van werkgelegenheid geweest. Ook buiten Gelderland, want de ENKA ging in de jaren twintig internationale verbanden aan met o.a. Duitsland en de Verenigde Staten. De ENKA veranderde haar naam toen in Algemeene Kunstzijde Unie, oftewel A.K.U. In 1969 fuseerde de A.K.U. met Koninklijke Zwanenberg Organon tot Akzo. De overname van het Zweedse bedrijf Nobel tegen het einde van twintigste eeuw veranderde het bedrijf in de nu zo welbekende multinational Akzo Nobel.
Het bedrijf en haar verleden laten ons zien dat de Gelderse industrie van groot belang is geweest. De onderneming heeft bijgedragen aan de sociale en economische ontwikkeling van de provincie en de herinnering aan haar geschiedenis is iets om te koesteren.
Lian van der Zon, CC-BY-SA