De N.V. Labor Omnia Vincit (kortweg LOV) was een bekende meubelfabriek in Oosterbeek die naam heeft gemaakt in de geschiedenis van de Nederlandse toegepaste kunst als een vooruitstrevende fabriek, zowel op het gebied van de bedrijfsvoering als op het gebied van het meubeldesign.
De reputatie van de fabriek is nauw verbonden met de oprichter en directeur Gerrit Pelt J. Jzn (1864-1956). Pelt stamde uit Rotterdam waar hij een bloeiend aannemersbedrijf wist op te bouwen. Reeds op jonge leeftijd was hij een sociaal bewogen ondernemer die idealen koesterde om de kloof tussen arbeid en kapitaal te overbruggen. Rond 1905 begon hij met zijn gezondheid te kwakkelen en moest zich uit het bedrijf terugtrekken. Inmiddels een vermogend man geworden, vestigde hij zich in Oosterbeek vanwege het gezonde, droge klimaat. Het nietsdoen beviel hem echter niet en dat werd een prikkel om zijn oude ideaal van een modelonderneming leven in te blazen. Deze onderneming moest een voorbeeldfunctie vervullen om kapitaal en arbeid met elkaar in evenwicht te brengen. In 1910 werd de N.V. Oosterbeeksche Meubelfabriek Labor Omnia Vincit (LOV) opgericht. De bouw van de fabriek en de elf personeelswoningen aan de Jan van Emdenweg werden door Pelt voor eigen rekening gebouwd.
De LOV onderscheidde zich van alle andere ondernemingen door de vooruitstrevende bedrijfsopzet. De lonen waren relatief hoog, de arbeidstijden redelijk, en er werd een ziektekostenverzekering ingesteld. Wat de LOV uniek in zijn tijd maakte, was het beginsel van winstdeling met de werknemers. In goede tijden kregen de werknemers een deel van de winst uitgekeerd in aandelen, zodat zij langzamerhand medeverantwoordelijkheid kregen in het bedrijf. Op den duur, zo was de gedachte, konden zij mede-eigenaar worden van het bedrijf waar zij werkten. Toch was de LOV niet louter een filantropische onderneming. Pelt bewees zijn idealistische streven te koppelen aan goed ondernemerschap. Hij hield de teugels vast in handen en wist van de meubelfabriek een winstgevend bedrijf te maken.
De vormgeving werd in de beginjaren bepaald door architect H.F. Mertens die sterk was beïnvloed door de moderne meubelontwerpen van architect Hendrik Petrus Berlage. Met de benoeming van Frits Spanjaard als artistiek directeur in 1919 werd de weg ingeslagen van een moderne vormgeving die nogal was beïnvloed door de Amerikaanse architect Frank Lloyd Wight. Ontwerpers die in deze stijl werkten en aan de firma waren verbonden waren Jan Muntendam, Piet Izeren en J.C. Jansen. Incidenteel leverden architecten als Hendrik Fels, Dirk Roosenburg en Jan van Loghem ontwerpen aan. De plastische vormgeving van de Amsterdamse School werd vertegenwoordigd door ontwerpen van Adriaan van der Weij en Joop Crouwel. Enkele van deze architecten hebben ook in Gelderland hun sporen achtergelaten. Zo was Hendrik Fels vanaf de jaren twintig huisarchitect van de Provinciale Gelderse Electriciteitsmaatschappij. Joop Crouwel bouwde in Doetinchem het postkantoor en in Arnhem het in 1945 helaas verwoeste telefoon-en telegraafkantoor.
Meubelen die door de LOV werden vervaardigd, waren over het algemeen vrij dure, zeer degelijke producten die een leven lang mee moesten gaan en vooral bij middenklasse-gezinnen terecht kwamen. LOV leverde ook de betimmeringen en meubilair voor de PGEM-kantoren, het Troelsta-oord in Beekbergen, Kasteel Doorwerth, en het oude Provinciehuis in Arnhem. In 1927 werd een deel van de fabriek door brand verwoest. Deze tegenslag kon de LOV wel aan: de fabriek werd een jaar later nog beter geoutilleerd herbouwd. De gevolgen van de wereldwijde economische crisis na 1929 had echter fatale gevolgen voor de Oosterbeekse meubelfabriek. Er werd nog gepoogd om de productie goedkoper te maken. Maar het tij leek niet te keren: ieder boekjaar werd met verlies afgesloten. Uiteindelijk besloten Pelt en de raad van commissarissen een faillissement niet af te wachten en werd de firma in 1935 geliquideerd.
Drs. Frederik Erens - Stichting Erfgoed Meubelfabriek L.O.V. , CC-BY-NC