Het is 1966. Met zijn gezin woont Celal Tezel in Şarkışla, Turkije. Omdat ze niet goed kunnen rondkomen, wil Celal zijn geluk beproeven in Europa.
In april van dat jaar vertrekt hij naar Arnhem. Daar krijgt Celal een verblijfsvergunning voor een maand en werkt hij achtereenvolgens in een houtfabriek, textielfabriek en papierfabriek. Uiteindelijk gaat Celal bij de Nederlandse Spoorwegen aan de slag. Per brief houdt hij zijn gezin op de hoogte. Af en toe gaat hij op familiebezoek naar Turkije. Hij vertelt dan honderduit over Nederland.
In 1980 verslechtert de situatie in Turkije. Celal wil daarom zijn gezin naar Nederland halen. Ze krijgen uiteindelijk een verblijfsvergunning en in september komen ze over. Dat is voor iedereen wennen. Celal moet wennen aan leven met zijn gezin, terwijl zij moeten wennen aan hun nieuwe woonplaats Arnhem. Uiteindelijk leren ze elkaar opnieuw kennen en wonen ze gelukkig samen.
Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling 'Gelderlanders over Grenzen' van het Erfgoedfestival 'Over grenzen van Gelderland', 23 mei t/m 22 juli 2018.