De koolhazen

Waar Lochemers liever niet aan worden herinnerd

We weten allemaal dat de Lochemers van oudsher gek zijn op boerenkool. Dat is algemeen bekend. Wat niet bekend is en waar de Lochemers liever niet aan worden herinnerd, is het verhaal over de koolhaas.

Heel vroeger werden de tuinen van de Lochemers belaagd door grote brutale hazen. Er werden strikken gezet en een hazewacht ingesteld. Het hielp en de kolen bleven gespaard, maar op een ochtend kreeg Hendrik in t’ Veld de schrik van zijn leven. In een van de tuinen zat een enorme haas. Hendrik, een ware held op sokken maakte dat hij wegkwam en niet veel later schreeuwde hij de bewoners van het kleine stadje wakker. “De moer van alle hazen zit op onze akkers” bewapend met knuppels en hooivorken gingen de Lochemers richting de tuinen.

Hendrik had niet overdreven, sjonge wat een beest. “Omsingelen!” riep de smid. “En sla hem dood". Van 3 kanten vielen ze aan. De haas schrok en stootte een vervaarlijk geschreeuw uit. De Lochemers gingen er onmiddellijk vandoor. Kleine Jan keek over zijn schouder en zag dat de enorme haas viel en niet weg kon komen. Jan schreeuwde “Hij ligt op zijn rug, hij zit vast!” en dat klopte. Het beest lag op zijn rug te spartelen en het was dus een koud kunstje voor de helden om het dier dood te knuppelen. Tjonge, wat een vangst! Onder luid gejuich en gezang werd het enorme dier naar de stad gedragen. Die avond was het feest. De hoofdschotel was de gebraden moer. Dat de malsheid van het hazenvlees tegenviel deed er niet toe. De mannen glommen van trots. Aan het einde van deze mooie zomeravond kwam een marskramer het plein op en vroeg…. “Heeft iemand mijn ezel gezien, nee niemand had zijn ezel gezien. “Wel de moer van alle hazen “ riep Hendrik trots.

Toen de marskramer bij het huis van de slager kwam en de huid zag die die daar strakgespannen stond te drogen riep hij “Mijn ezel, jullie hebben mijn ezel doodgeslagen, stelletje koolhazen.” Ja en dat was tegen het zere been van de Lochemers. Ze hebben hem dan ook acuut buiten de poort gezet. Maar de marskramer hield zijn mond niet en vanaf die tijd noemde men de Lochemers koolhazen dan wel angsthazen. Totdat Jan de zoon van een poortwachter de Spanjaarden ontdekte in een hooiwagen en alarm sloeg. Vanaf die tijd noemt men de Lochemers ook wel de Hooiplukkers, waar ze niet rouwig om zijn.

Door: Gery Groot Zwaaftink. Bekijk het filmpje waarin hij dit verhaal vertelt op onze site. 


  • Een wagen vol verhalen

  • Streekgeschiedenis

  • Lochem

  • Achterhoek

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl