In 1610 kregen Johan Bongart en Dirck Warners van de marke Noord-Apeldoorn grond in erfpacht om er een 'Seems, ofte hennep en leder'-molen te bouwen. Er was ook een runmolen aan verbonden, waarop in 1626 Jan Roeloff Schoemaecker zijn run of eek mocht malen. De stank die bij de productie van het zeem vrijkwam, bezorgde de molen de naam "Stinkmolen".
In 1648 maakte Bartolt Dercksens er een papiermolen van, maar de stank verdween daarmee niet. Er werd namelijk bij de papierfabricage gebruik gemaakt van gerotte urine. In de loop der jaren veranderden de molens constant van eigenaars, maar de papierproductie bleef gehandhaafd. Vanaf 1900 werd er voornamelijk pakpapier en karton gemaakt. De drie molens die er stonden zijn tussen 1937 en 1939 gesloopt. Een van de raderen heeft op het eind van de Tweede Wereldoorlog nog dienst gedaan voor een houtzagerij, die in 1945 verdween en daarmee ook het rad.
Apeldoorn
Streekgeschiedenis
Landschap
1600-1700
Apeldoorn
Veluwe
Apeldoorn