Hoewel Buren al in de prehistorie en de Romeinse tijd bewoond is, komt de naam Buren pas voor het eerst in 772 in de bronnen voor. Hohowart, graaf van Teisterbant, schenkt aan het klooster Laurisham twee stukken land, boerenhoeven. Een van deze boerenhoeven is de 'Villa Buria'. Daarnaast stelt Hohowart een knecht beschikbaar om als horige het land te bewerken. Het gaat natuurlijk om de opbrengst.
"Ego in Dei nomine Hohowart dono ad sanctum Nazaryum martyren, qui requiescit in corpore in monasterio Laurisham, ubi venerabilis Gundelandus abba praeesse videtur, in pago Testrebenti in villa Hunsetti et in villa Buria mansum unum et servum unum cum peccuiliari suo, stipulatione subnixa. Actum in monasterio Laurisham, die VIII Kalendas Septembris anno quarto Karoli regis."
Tekst uit het charterboek van de hertogen van Gelre waarin Buren voor het eerst wordt genoemd.
De tekst geeft weer hoe Buren hier in de geschiedenis past. Het klooster Laurisham, Lorsch op zijn Duits, is sinds 772 eigendom van Karel de Grote. Hij is dan sinds een jaar alleenheerser van het Frankische Rijk waartoe ook Teisterbant behoort. Schenkingen van boerenhoeven door heren en graven van zijn rijk zijn een verplichting. Zo verstevigt Karel zijn positie.
Een hoeve is tussen de tien tot vijftien hectare groot. Bij een schenking is het verstandig om te kiezen voor de beste beschikbare grond. De keuze van Hohowart voor de Burense hoeve betekent dat het hier waarschijnlijk om kwalitatief hoogwaardige grond gaat. Waar de Burense hoeve precies heeft gelegen, is niet bekend. Maar sinds een archeologische opgraving in 2013 weten we dat de vroege nederzetting Buren niet aan de kant van de stad lag, maar aan de overkant van de Korne.
Dit verhaal is onderdeel van de canon van Buren. Het volgende venster is hier te vinden.
Henk Huitsing
Buren
Streekgeschiedenis
500-1000
Buren
Archieven
Rivierengebied