Het Romeinse Rijk was een reusachtig rijk. Zeker toen, maar ook voor de standaarden van tegenwoordig. Wat begon als een kleine stadstaat in Italië groeide uit tot een keizerrijk dat in het begin van de tweede eeuw na Christus reikte van de hete Saharawoestijn in Libië tot de koude heuvels van Noord-Engeland. Op het hoogtepunt nam het Romeinse Rijk het grootste deel van Europa, de gehele Noord-Afrikaanse kust en een groot deel van Zuidwest Azië in beslag. In de verschillende klimaatzones werden de grenzen van dit rijk vastgelegd, door een netwerk aan forten en door het gebruik van natuurlijke grenzen, zoals rivieren en woestijnen.
Tweeduizend jaar later waarderen we dit erfgoed dat de Romeinen hebben achtergelaten sterk. Zodanig dat we in Nederland ons Romeinse grenserfgoed zelfs inbrachten voor de status van UNESCO-Werelderfgoed. Maar wat betekent dat eigenlijk, werelderfgoed? En wat kun je ermee?
Na de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog was er in de wereld een grote roep om stabiliteit en vrede. Als reactie hierop werd in 1945 door 51 landen in San Francisco de Verenigde Naties (VN) opgericht. Kort daarna werd in London UNESCO (United Nations Edicational, Scientific and Cultural Organization) opgericht. UNESCO, als gespecialiseerde organisatie van de VN, werd opgericht met het motto “Building peace in the minds of men and women”. De gedachte van de organisatie was en is dat door internationale samenwerking en kennisuitwisseling in onderwijs, wetenschap en cultuur kan worden meegeholpen aan een stabielere en vreedzame wereld.
In 1972 is in Parijs de UNESCO Werelderfgoedlijst ingesteld. Dit gebeurde na een succesvolle internationale reddingsactie in 1954 onder leiding van UNESCO. Een coalitie van landen slaagde er onder meer in het wereldberoemde Abu Simbel tempelcomplex in Egypte te redden van verwoesting. Dit dreigde onder water te komen door de bouw van de Aswandam. Op deze lijst staan natuurlijke en culturele monumenten met een ‘uitzonderlijke waarde voor de mensheid’ die beschermd moeten worden voor de huidige en toekomstige generaties.
In 1987 werd voor het eerst een van de Romeinse Rijksgrenzen ingeschreven op de UNESCO Werelderfgoedlijst: de muur van Hadrianus in Noord-Engeland. In 2005 volgde een ander deel van de Romeinse Rijksgrenzen. Maar dit keer in Zuid-Duitsland: de Boven Germaanse – Raetische Limes. Niet lang daarna werd in 2008 ook de muur van Antonius Pius in het zuiden van Schotland toegevoegd. Samen en als multinationaal monument staan deze plekken ingeschreven op de werelderfgoedlijst onder de titel ‘Frontiers of the Roman Empire’.
In 2011 werd het Nederlandse deel van de Neder-Germaanse Limes in Nederland op een nationale nominatielijst voor UNESCO werelderfgoedlijst geplaatst. Met deze stap begon een belangrijk en lang proces. Aangezien de Neder-Germaanse Limes niet alleen door Nederland liep, maar ook door Duitsland, werd er besloten om de Neder-Germaanse Limes samen met de Duitse deelstaten Noordrijn-Westfalen en Rijnland-Palts voor te dragen. In 2015 werden deze voornemens bevestigd met de ondertekening van een samenwerkingsovereenkomst tussen Nederland en Duitsland. Sinds het sluiten van deze overeenkomst werkten de twee Duitse deelstaten samen met de Nederlandse provincies Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland om het Neder-Germaanse Limes erfgoed zo goed mogelijk uit te dragen en een plaats op de werelderfgoedlijst van UNESCO te veroveren. In juli 2021 loonde het harde werk: op dinsdag 27 juli besloot het erfgoedcomité in Parijs dat het erfgoed van de Neder-Germaanse Limes voldeed aan de voorwaarde en een plekje verdiende op de UNESCO-werelderfgoedlijst! Zo staat Herwen-de Bijland opeens op dezelfde lijst als het Colosseum in Rome en de Chinese muur.
Maar wat betekent deze plaatsing op de werelderfgoedlijst voor de regio? “De benoeming van de Neder-Germaanse limes tot UNESCO-Werelderfgoed is een wereldwijde erkenning van de unieke waarde van de geschiedenis die zich heeft afgespeeld om en rond de Bijland en met name rond het strategisch gelegen dorp Herwen”, aldus Belinda Elfrink, wethouder voor toerisme en recreatie bij gemeente Zevenaar. “In dit gebied hebben de Romeinen zich gevestigd en is er strijd geleverd met en tegen het water. Er zijn resten gevonden van een castellum (Romeins fort) en een vicus (kampdorp). En zijn er verwijzingen gevonden die erop wijzen dat de dam van Drusus in dit gebied is gebouwd. Een unieke dam die diende om een deel van het Rijnwater dat eerder via de Waal afstroomde naar de Neder-Rijn te stuwen. Dit met de bedoeling om betere toegang via het water te krijgen voor de Romeinse troepen om de Germaanse stammen eronder te krijgen. Het is fantastisch dat dit stukje unieke geschiedenis van de grens van het Romeinse Rijk wereldwijde aandacht krijgt.”
Ook persoonlijk heeft ze hoop dat de status van UNESCO-Werelderfgoed een positieve indruk kan achterlaten: “Ik hoop dat onze eigen inwoners trots zijn op de geschiedenis van het gebied en ook dat er toeristen naar dit gebied komen vanwege de Neder-Germaanse Limes. Dat is erg belangrijk voor de leefbaarheid van de dorpen. Veel voorzieningen zoals supermarkten, restaurants, B&B’s blijven juist bestaan door toerisme. Daarnaast hoop ik dat ondernemers en inwoners inspelen op de status van werelderfgoed. Mensen zijn enthousiast. Ik heb al diverse ideeën gehoord van inwoners en ondernemers zoals het organiseren van een jaarlijks Romeins evenement, het verhuren van fietsen aan toeristen die een stuk langs de Limes willen fietsen en het maken van menu’s met Romeinse gerechten. En we zijn met een werkgroep bezig om onder andere een mooi kunstwerk te plaatsen met een knipoog naar de Dam van Drusus en het vertellen van het verhaal van de Romeinen bij de Bijland en in het Liemers Museum. Zo hopen we de aanwezigheid van de Romeinen in dit gebied meer zichtbaar en beleefbaar te maken.”
Dit verhaal is het derde in een miniserie over het project Romeinse Limes gemeente Zevenaar. Lees hier de vorige verhalen (tweeluik) en hier het volgende verhaal. Deze serie verscheen ook in de Zevenaar Post.
Wouter Hinrichs, 2021, CC-BY-NC