De Liemers is een echte grensregio. Omdat het gebied tot het hertogdom Kleef behoorde, wisselde het in de afgelopen eeuwen nog vaak van ‘nationaliteit’. Terwijl de regio aan het begin van de 19e eeuw bijvoorbeeld nog viel onder het gezag van de Pruisische vorsten, werd het tussen 1810 en 1820 definitief onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden.
In de klassieke oudheid was de regio die wij tegenwoordig kennen als de Liemers ook al een grensgebied, maar dan op een andere manier. Ongeveer rond het jaar 50 na Christus werd hier de officiële noordelijke grens van het Romeinse rijk vastgelegd op de rivier de Rijn. Het gebied ten zuiden van de Rijn stond direct onder de controle stond van de Romeinen en het gebied ten noorden van de rivier stond bekend als Germania Magna, ’Het land der vrije Germanen’. Deze riviergrens duiden wij tegenwoordig aan met de naam: de Neder-Germaanse Limes.
De Neder-Germaanse Limes, de noordelijke grens van het Romeinse Rijk op het vasteland van Noordwest-Europa, loopt voor een groot deel door het tegenwoordige Nederland. Dit deel van de grens begint bij Remagen in Duitsland en volgt de loop van de Rivier de Rijn. Bij Herwen/Lobith begint het Nederlandse deel van de Limes. De grens volgt vervolgens de loop van de Rijn door Gelderland, Utrecht en Zuid-Holland en houdt op bij Katwijk aan Zee. Al eeuwen geleden, maar zeker in de afgelopen 100 jaar werd de een na de andere bijzondere archeologische vondst gedaan. Van resten van Romeinse castella (grensforten) tot scheepswrakken, graven en badhuizen. Ook in de Bijland bij Herwen, waar veel Romeinse vondsten zijn opgebaggerd. De belangrijkste hiervan is de bekende grafsteen van Marcus Mallius, met de vermelding ‘CARVIO AD MOLEM’ = ‘Herwen bij de (Drusus)dam’, die in 1938 werd gevonden tijdens baggerwerkzaamheden!
Vanaf 2013 maakte de toenmalige gemeente Rijnwaarden zich sterk voor verbeelding van het Romeinse verleden bij Herwen. Dit leidde ertoe dat in juli 2015 een replica van de grafsteen van Marcus Mallius werd geplaatst op de Herwensedijk, voorafgegaan door educatieve activiteiten voor basisschoolleerlingen in Herwen. In 2016 lag het Romeinse schip Victoria, een kopie van een Romeinse galei die bij de Donau was opgegraven, twee maanden aan de Europakade in Tolkamer. Ook vond toen met medewerking van een lokale ondernemer de eerste expositie van Bijlandvondsten in Rijnwaarden plaats. In 2017 en 2018 volgden opgravingen naar nog aanwezige Romeinse archeologische resten buiten de Bijland. Hierbij werden aan de zuidkant van Herwen spitsvormige grachten van tijdelijke Romeinse militaire kampen aangetroffen. Dit terrein is inmiddels een archeologisch Rijksmonument.
In 2020 nam de gemeente Zevenaar het initiatief om de geschiedenis van de Romeinen veel zichtbaarder te maken. Het was van essentieel belang dat aan Herwen, dat in de zomer van 2021 samen met alle andere Neder-Germaanse limes-locaties in Nederland en Duitsland op de werelderfgoedlijst van Unesco werd geplaatst, meer aandacht besteed zou worden! De gemeente Zevenaar sloeg samen met verschillende erfgoedorganisaties, waaronder RomeinenNU, en lokale betrokkenen en enthousiastelingen de handen ineen om het Romeinse verleden van dit prachtige gebied beter te visualiseren. Zevenaar moet een ware ‘Unesco werelderfgoed locatie’ worden.
De verbeelding zal op verschillende manieren worden gerealiseerd. Dit is besloten in samenspraak met de klankbordgroep van het project. In deze groep zitten lokale ondernemers, bewoners, leden van de dorpsraad en vertegenwoordigers van de gemeente. Deze groep heeft duidelijk aangegeven dat zij iets willen zien dat impact maakt in het gebied. Daarom is besloten dat er een groot kunstwerk wordt neergezet wat echt een eyecather moet worden. De planning is om dat in het voorjaar van 2022 in de Bijland te plaatsen.
Een eerder ontwerp van beeldend kunstenaars Maree Blok & Bas Lugthart werd gekozen als de favoriet. Daarom zijn zij gevraagd om drie schetsen te maken. Uit deze schetsen is een bijzonder ontwerp gekozen door de klankbordgroep
Naast de plaatsing van het kunstwerk zal de Romeinse geschiedenis van de regio een prominentere rol krijgen in de tentoonstellingen en activiteiten van het Liemers Museum in Zevenaar. Met oog op deze activiteiten wordt ook nieuw lesmateriaal ontwikkeld dat aangeboden zal worden aan lokale scholen, zoals een Romeinen doe-boek voor basisscholieren, dat in samenwerking met het Liemers Museum is gemaakt. Ook zullen lokale recreatieondernemers worden aangemoedigd om in te spelen op de Romeinse identiteit van het gebied en dit uit te dragen. Dit kan bijvoorbeeld door het organiseren van Romeinse activiteiten, zoals thematochten of lezingen
Waarom is het zo belangrijk om de Romeinse geschiedenis in de regio zichtbaar te maken? “De Bijland is een van de meest spannende plekken langs de Limes. Wat hier gebeurde is uniek voor Nederland en misschien wel aan de hele noordelijke Romeinse grens. Dat verhaal moet worden verteld en zichtbaar worden gemaakt. De meeste archeologische sites zitten onder de grond of onder water en er is fysiek niet veel te zien. Daarom is de samenwerking met bijvoorbeeld een kunstenaar ook zo belangrijk”, aldus Roel Kramer, werkzaam als publieksarcheoloog bij Erfgoed Gelderland en projectleider van het verbeeldingsproject. “Om dat goed naar voren te brengen is de kracht van de verbeelding nodig en daarom hebben we de samenwerking opgezocht met onder andere kunstenaars. Met hen hebben we gezocht naar een manier om het verhaal van de aanwezigheid van de Romeinen zichtbaar te maken voor dit gebied.”
Dit is belangrijk omdat het verhaal van de Romeinen in deze regio nog redelijk onbekend is en we dit graag willen delen met het grote publiek. Dit willen we bereiken middels de samenwerking met de gemeente, provincie, het Liemers Museum, ondernemers, archeologievrijwilligers en basisscholen.”
Dit verhaal is het vierde in een miniserie over het project Romeinse Limes gemeente Zevenaar. Lees hier het vorige verhaal en hier het volgende verhaal. Deze serie verscheen ook in de Zevenaar Post.
Wouter Hinrichs, 2021, CC-BY-NC