Diverse, voornamelijk protestantse scholen, gingen zich tijdens de Tweede Wereldoorlog verzetten tegen de maatregelen van de nazi’s. Een Gelderse school waar toentertijd grote problemen ontstonden tussen het schoolbestuur en de Duitse bezetter was de Van Löben Selsschool in Arnhem. Dankzij het werk van J.C.H. de Pater weten we tegenwoordig nog veel over het schoolverzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
De moeilijkheden in Arnhem ontstonden toen een onderwijzer op de Van Löben Selsschool, M. Veenstra, op 22 april 1941 toegaf lid te zijn van de Nationaal Socialistische Beweging (NSB). De Pater stelt dat het bestuur Veenstra vervolgens per brief ondubbelzinnig voor de keus stelde; hij kon niet het nationaalsocialisme aanhangen én lesgeven op een christelijke school. Veenstra pikte dit echter niet zomaar en stapte naar de Beauftragte (toezichthouder) voor Gelderland. Deze intimideerde samen met een medewerker het schoolbestuur, waarna het bestuur inbond en de brief introk.
Een paar maanden bleef de situatie redelijk onder controle, totdat Veenstra in november 1941 de tekst ‘met Duitsland tegen het Bolsjewisme’ als voorbeeld in de schrijfles gebruikte. Nadat het schoolbestuur Veenstra tot de orde riep, stapte Veenstra namelijk wederom naar de Beauftragte. Deze reageerde dit keer met een hardere vorm van intimidatie; hij sloot de schoolbestuurder op en Veenstra werd gepromoveerd tot hoofdonderwijzer. Aan het begin van 1942 wilde de Duitse bezetter vervolgens het gehele schoolbestuur vervangen door nationaalsocialisten. Mede naar aanleiding daarvan werd door het Convent van Kerken besloten dat op 8 februari 1942 in alle gereformeerde en hervormde kerken gebeden zou worden voor het behoud van christelijk onderwijs.
Predikant J. Overduin hield op die bewuste 8 februari een felle preek tegen de beperkingen die de nazi’s het christelijk onderwijs op wilde leggen, hoewel hij een NSB’er samen met iemand van de Sichterheitspolizei had zien binnen komen. Overduin wist dus dat de gevolgen van zijn preek groot konden zijn, maar hield desondanks toch een preek waarin hij de nazi’s hekelde. Zo zei hij onder meer dat het tegen het geweten van de gelovigen is om hun kinderen te sturen naar een school die ‘’geen christelijke school der ouders meer is’’ en dat het ‘’beter [is] dat we beven voor het Woord des Heren dan voor het woord van mensen, hoe machtig die ook kunnen zijn’’. Als gevolg van zijn preek werd Overduin gearresteerd en belandde hij via een aantal gevangenissen in Kamp Dachau. Op 9 oktober 1943 werd hij door de Duitsers weer vrijgelaten uit het kamp.
Bron: J.C.H. de Pater, Het schoolverzet 1940 – 1945 (’s Gravenhage 1969)
Verder lezen:
Elmar van de Ree, CC-BY-SA