
Eind negende eeuw is er een vermelding van een “villa Doronburc”. Dit wijst op een versterkt woonhuis (burc), voorzien van doornstruiken (doron). Op 1 mei 1295 is voor het eerst sprake van heer Willem, ridder van Doornenburg, en vermelden historische bronnen tot na 1346 deze naam. Het gaat dan om een vader en een zoon met dezelfde naam, Willem van Doornick. Het kasteel Doornenburg ligt aan de oorsprong van het riviertje De Linge, vlak bij de splitsing van Rijn en Waal.
De familie Van Bylandt komt in 1385 door een huwelijk met Gertrud van Doornick in bezit van de Doornenburg, die al een Gelders leen is. In 1449 gaat de Doornenburg door een huwelijk over op Reinout van Homoet, heer van Doorwerth. Zo bevinden de twee aanzienlijke kastelen zich kort onder het gezag van één heer. Door een huwelijk van dochter Margaretha gaat de Doornenburg over in de handen van de familie Van Voorst. Zo komen de twee kastelen weer los van elkaar te staan.
In 1576 huwt Wilhelmina van Voorst met Joost van Amstel en blijft de Doornenburg ruim een eeuw lang binnen de familie van Amstel. Deze familie laat het kasteel vernieuwen en verfraaien. Gerardt van Amstel vraagt zelf veel aandacht voor zijn afkomst en laat in 1662 in een stucplafond de beeltenis van zijn mythische voorvader Gijsbert van Amstel aanbrengen, gelijkend op een kopie van een dertiende-eeuwse zegelring.
In de loop der eeuwen voegen veel gebouwen iets toe aan het imposante kasteel. In de vijftiende eeuw verschijnt er een voorburcht met gracht, de grootste in Nederland. De kapel dateert uit de zestiende eeuw, de dienstgebouwen en de boerderij uit de zeventiende en achttiende eeuw.
De familie van Heemskerck bezit door vererving vanaf 1729 de Doornenburg, daarna de familie Van Bemmel vanaf 1767. In 1847 overlijdt de vrouw van Jacob Boudewijn van Bemmel als laatste bewoonster van de Doornenburg. Nakomelingen van de Van Bemmels, baronnen uit de familie Van der Heijden, bezitten de burcht tot 1936, maar wonen er nooit.
De hoofdburcht heeft in de negentiende eeuw nog een middeleeuwse vorm, maar de gebouwen raken steeds meer in verval. In de tweede helft van de negentiende eeuw groeit de bewondering voor de middeleeuwse schoonheid van de burcht. Een poging tot herstel zet vanaf 1903 in, maar pas in 1936 komt er schot in. Textielbaron en oudheidminnaar Jan van Heek koopt dan de romantische bouwval en begint met de restauratie via de Stichting tot behoud van den Doornenburg. Een jaar later start de restauratie. Vier jaar later, in 1941, heeft de Doornenburg weer zijn vorm uit de late middeleeuwen terug.
Kasteel Doornenburg ligt sinds de mislukte Slag om Arnhem in september 1944 in de frontlinie en dient als tijdelijke ziekenboeg van het Rode Kruis. De Duitsers maken op 12 oktober 1944 van het kasteel een hoofdkwartier met observatiepost. De meer dan 170 zieke, gewonde en bejaarde bewoners moeten naar elders vertrekken.
Tijdens de lange geschiedenis van het kasteel heeft er geen belegering plaatsgevonden tot januari 1945. Dat gebeurt wel wanneer Britse vliegtuigen luchtaanvallen uitvoeren met zware beschadigingen als gevolg. In maart maken twee Britse bommenwerpers de hele burcht met de grond gelijk. De tijdelijk gevluchte Duitsers blazen vervolgens het poortgebouw op zodat de geallieerden dit niet meer als observatiepost kunnen gebruiken.
Het herstel begint na de bevrijding en leidt tot de herbouw van voorburcht en poort in 1951. De hoofdburcht volgt vanaf 1955 volgens de vooroorlogse tekeningen. De gracht rond voor- en hoofdburcht sluit aan op de Linge en het Pannerdens Kanaal. Op 26 mei 1966 is de herbouw compleet en is de Doornenburg weer toegankelijk als museum, waar feesten en culturele activiteiten plaatsvinden. Als laatste kasteel in Nederland heeft de Doornenburg op de voorburcht een boerenbedrijf dat tot en met 2015 in bedrijf was.
Bronnen:
Ben Boersema, Erfgoed Gelderland, CC-BY
Bestuur
Landschap
Streekgeschiedenis
1000-1500
500-1000
1700-1800
1900-1950
Lingewaard
Kastelen