Niet alleen de beken waarlangs zich de industrie in onze gemeente ontwikkelde in de zestiende en zeventiende eeuw maakten deel uit van het industrieel water in Epe. Ook de sprengkoppen, de weijers en de watermolens die door mensen gevormd of gebouwd werden zijn onderdeel van dit water water.
De industrie die zich aan het water ontwikkelde vormt naast de landbouw een tweede belangrijke factor in de bewonings- en economische geschiedenis van de gemeente Epe. Voor de verwerking van het graan dat benedenstrooms werd verbouwd, verschenen in de Late Middeleeuwen (van ca. 1270 tot 1500) al de eerste watermolens langs de kronkelende beekjes.
De gemeente Epe hecht grote waarde aan het behoud van zowel de watermolens, als de beken, de sprengen, de weijers en de andere bijbehorende elementen", legt wethouder Van Nuijs uit. "Wij willen deze samenhangende elementen behouden. Een mooi voorbeeld van onze inzet tot het behoud van de waterindustrie is de restauratie van de Cannenburghermolen. Hiervoor hebben wij onlangs een subsidie verstrekt".
Sprengen worden gemaakt door een gat te graven in de helling van een heuvel tot de grondwaterspiegel bereikt is op een plek waar voldoende waterdruk is. Uit deze sprengkop stroomt dan het bronwater eerst naar de oppervlakte en vervolgens via een kanalenstelsel naar de gewenste plek. Soms worden sprengen gevormd uit meerdere sprengkoppen. De molenaars maakten deze sprengen om zo te zorgen dat er meer en ook regelmatig water naar de molen werd aangevoerd. In Epe zijn de sprengen gemiddeld ruim een meter breed en er staat zelden meer dan 25 cm water in. Om nog meer waterkracht te krijgen, legde de molenaar ook wel een stuwvijver aan die 's nachts en op zondag het water kon opstuwen. Zo'n stuwvijver heet een weijer.
Soms werden de stroompjes kunstmatig hoog gehouden, om op de plaats van de watermolen voldoende verval te hebben. Zo konden er aan één beek meerdere watermolens worden gebouwd. Dit systeem van verschillende sprengen en beken heeft de papier- en koperindustrie binnen onze gemeente tot grote bloei gebracht. In de negentiende eeuw werden, door de opkomende papierfabrieken, de watermolens omgebouwd tot wasserijen. Deze wasserijen boden aan veel mensen werk en ze hebben zich tot op de dag van vandaag gehandhaafd binnen de gemeente.
De kopermolen in Zuuk en de Cannenburghermolen zijn twee bekende nog min of meer complete watermolens in onze gemeente. De molen in Zuuk heeft onder meer de functies van koren -, papier- en kopermolen gehad. De Cannenburghermolen is van oudsher een korenmolen. Naast het behoud van de samenhangende elementen kijken we in de toekomst ook naar zo'n 30 verdwenen locaties waar vroeger de waterindustrie zeer nadrukkelijk aanwezig was. Ons doel is onze geschiedenis met bezoekers en inwoners van Epe te delen", aldus Van Nuijs.
Bron: Gemeente Epe