Hoe een Culemborgse stoel een erfstuk werd

Mijn stad, mijn schat - Culemborg 1318-2018

Al vele jaren koestert de Culemborgse Thea Van der Linden – de Jager een houten stoel, die haar houders na hun trouwen in 1926 aanschaften.

Oud-Hollandsch

De Culemborgse meubelfabriek Van Gaasbeek en Van Tiel vervaardigde circa 1920 deze neo-renaissance stoel, destijd Oud-Hollandsche stoel genoemd. De populaire stoelen werden in de periode 1900-1920 in groten getale door diverse fabrieken gemaakt, onder andere in Culemborg.

Trouwen uit huis

De ouders van Thea Van der Linden – de Jager trouwden in 1926. Op 31 december omdat dat gunstig was voor de belasting. “Zoals het ging in die tijd, trouwden ze beiden uit huis. Direct na hun huwelijk zijn ze in een eigen huis aan de Culemborgse Nieuwstraat gaan wonen, waarvoor een eethoek aangeschaft moest worden.”

Firma Schouten

Het jonge stel kon terecht bij de firma Schouten, die meubelen, tapijten en verfwaren verkocht in de winkel aan de Tollenstraat. De eethoek verhuisde enkele malen met het gezin mee, tot de smaak in de jaren 50 veranderde en de stoelen op een slaapkamer terecht kwamen.

Woerden

“Toen mijn moeder in 1970 overleed, hebben mijn man en ik een paar ervan in huis genomen. We vonden het leuke stoeltjes, en het is fijn nog iets van mijn moeder te hebben. Onze kleindochter houdt ook van oude dingen, dus wie weet komen ze nog eens in Woerden terecht!”

Dit verhaal is verzameld in het kader van de tentoonstelling Mijn stad, mijn schat, van 30 maart tot 2 september 2018 in het Elisabeth Weeshuis Museum in Culemborg.


  • Industrie

  • 1900-1950

  • Culemborg

  • Rivierengebied

  • Mijn stad, mijn schat

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl