De kopiiste Margariet Block behoorde tot het klooster van Bethanië. Het was een regularissenklooster dat rond 1404 -1405 gesticht werd door Hendrik Gouda uit Zwolle.
In 1425 kocht Gijsbert van Vlyemen een stuk grond tussen Arnhem en Velp waarop een nieuw kloostergebouw verrees dat Bethanië werd genoemd. Het behoorde vanaf 1430 tot de Windesheimer congregatie. In 1591 werd het verwoest en afgebroken.
Het klooster van Bethanië beschikte over een speciale schrijfkamer. Afschrijven of kopiëren van teksten werd beschouwd als de meest geschikte vorm van arbeid. Een deel van de productie kon bovendien worden verkocht om in onderhoud te voorzien. In tegenstelling tot de meeste kopiisten maakte Margariet Block zich bekend in een van de vele gebedenboeken die zij gekopieerd zal hebben. Zij schreef: 'Inden jaer ons heren dusent CCCC ende LXIX is dit boec gecreven en de geeyndet omtrint sunte laurens mitter hant suster margariet blocks nonne toe bethanien buten arnhem.' Vrij vertaald: in het jaar veertienhonderd negenenzestig is dit boek geschreven met de hand en voltooid omstreeks 10 augustus door zuster Margariet Block non in het klooster van Bethanië buiten Arnhem.
De pagina's aan het begin van ieder hoofdstuk van Margariets getijdenboek, zijn rijk geïllustreerd met een fraai sierinitiaal dat veelal in blauw en goud is uitgevoerd. Het randdecor bestaat uit delicate siermotieven en decoratieve vormen: florale motieven, dierfiguren en gevleugelde engelen. De decoratiestijl van dit getijdenboek staat niet op zich zelf. In Arnhem zijn meerdere boeken ontstaan waarvan de illustraties grote gelijkenis vertonen. Er wordt dan ook gedacht dat er een soort van regionale decoratiestijl gangbaar was. Met name de florale motieven en gevleugelde fabeldieren vertonen een opvallende overeenkomst.
Het handschrift dat Margariet verluchtte bevat de standaardversie van de Getijden in de vertaling van Geert Groote. Veel getijdenboeken waren in het Latijn, maar vooral in de Nederlanden kwam het getijdenboek in de volkstaal veel voor. Toen Geert Grote, burgemeesterszoon uit Deventer die de Moderne Devotie* predikte, aan het einde van zijn leven het getijdenboek in het Nederlands vertaalde, was hij niet de eerste die dat deed. Toch werd juist zijn vertaling een onvoorstelbaar succes doordat de Moderne Devotie, de beweging die met Grote begon, een belangrijke rol speelde bij de verbreiding ervan. Zijn vertaling is duizenden malen overgeschreven vaak in eenvoudige boeken, maar ook in boeken die op iedere bladzijde schitteren van goud en fraai gekleurde kapitalen. Het zijn soms ware pronkstukken, maar bovenal waren het boeken voor gelovige mensen die door hun gebed dichter bij God hoopten te komen en een plekje in de hemel wilden bereiken.
*Moderne devotie: is de geestelijke beweging die is ontstaan rond de gedachten van Geert Grote (1340- 1384) en Thomas a Kempis (1380-1471). Terwijl de kerk van Rome aan het einde van de Middeleeuwen steeds meer materialistisch, decadent en corrupt was geworden, bepleitte de Moderne Devotie uit het IJsselgebied juist het eenvoudige, gemeenschappelijke en geestelijke leven. Het leven volgens de idealen van de eerste christelijke gemeenschap stond hun hierbij voor ogen. De Moderne Devotie is een Nederlands voorbeeld van de mystieke gedachte die je in vrijwel alle religieuze bewegingen aantreft. Nederigheid, soberheid en het gemeenschappelijke leven worden hierbij aanbevolen om geestelijke rijkdom te verwerven.
Met dank aan Bibliotheek Arnhem/Erfgoedcentrum Rozet.
Bibliotheek Arnhem/Erfgoedcentrum Rozet, CC-BY