Een 'zedelijk' garnizoen

Koloniaal Werfdepot Harderwijk

Met de komst van de Fransen in 1810 werd betaalde seks legaal. Voor het leger van Napoleon was het immers belangrijk dat de soldaten hun mannelijke geslachtsdrift op natuurlijke wijze zouden kunnen uitleven. Ook na de Franse tijd bleef prostitutie bestaan.

Nalatig bestuur  

In 1815, na het vertrek van de Fransen, werd er een kazerne voor koloniale troepen in Harderwijk gevestigd. De overheid stelde eisen aan de opvang en gezondheid van de militairen. De garnizoenscommandant C.J. Eijmael klaagde voortdurend over een nalatig gemeentelijk bestuur. In januari 1819 meldde hij dat 35 militairen met seksueel overdraagbare ziekten op de ziekenzaal lagen. Het gemeentebestuur deed weinig.

Geen vervolging

Ruim een jaar later was het weer raak. In februari 1820 werden Mie en Mientje, die in de buurt van de Plantage woonden, ervan beschuldigd dat ze met “ene kwaadaardige venerische ziekte, onderscheidenen militairen van het garnizoen bedorven hadden.” Zo ging het verder, maar het stadsbestuur stelde dat er “geene wetten bestaan ingevolge welke wij de magt hebben zodanige vrouwspersonen hun bedrijf te beletten.”

Reglementering

Het gemeentelijk bestuur accepteerde de prostitutie. De lusten van het garnizoen betekende inkomsten voor de gemeente en daar hoorden ook lasten bij. Wel kwam er in 1829 het ‘reglement op de zoogenaamde publieke huizen en publieke vrouwen binnen de stad en gemeente Harderwijk’.

Strengere regels

Het probleem bleef bestaan en het stadje trok illegale prostitutie aan. Het garnizoen was een passantenhuis voor koloniale vrijwilligers en daarom trok het avontuurlijke types aan. In 1855 paste Harderwijk het bestaande prostitutie-reglement aan de nieuwe eisen aan. Het werd de publieke vrouwen verboden “zich op onbetamelijke of de zeden kwetsende wijze op straat te vertonen.” Ook konden bordelen zich alleen na toestemming vestigen en niet dicht bij scholen of instellingen van openbaar gezag.

Einde prostitutie

Hoe meer soldaten in de kazerne aan de Smeepoortstraat, hoe meer prostitutie in Harderwijk. Tijdens de Atjeh-oorlogen van de jaren 1873-1878 waren er 70 gevallen van syfilis in een groep van 400 koloniale militairen. Na inschakeling van de Minister van Koloniën, Mackay, werd prostitutie in Harderwijk verboden. De nieuwe Burgermester M.G.J Kempers, zorgde er tenslotte voor dat het Koloniaal Werfdepot in 1909 werd ingeruild voor een regulier garnizoen.  

Bron:

  • Martin Bossenbroek & Jan H Kompagnie, Het mysterie van de verdwenen bordelen, prostitutie in Nederland in de negentiende eeuw (uitgeverij Bert Bakker, 1998).   


Rechten

Olga Spekman, CC-BY

  • Streekgeschiedenis

  • 1800-1900

  • Harderwijk

  • Veluwe

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl