Het mooiste Nederlandse kookboek dat in de achttiende eeuw verschijnt, is zonder enige twijfel De volmaakte Geldersche keuken-meyd. Net als het geval was in De volmaakte Hollandsche keuken-meid, zijn ook de recepten in dit kookboek afkomstig uit het gegoede burgermilieu.
Verschillende Nijmeegse dames waren dit maal de leveranciers van de recepten. Een belangrijk verschil met de Haagse bundel is echter dat de uitgever, Hendrik Heymans, de recepten liet controleren en bewerken door een beroepskok. Deze 'gerenomeerde kock' zorgde ook voor een zeer logische hoofdstukindeling, die overeenkomt met de manier waarop dat in de 21ste eeuw nog steeds gebeurt.
Dit met een zeer fraai eindresultaat: een bijzonder praktisch geordend, dus makkelijk doorzoekbaar kookboek van ruim 400 pagina's met in totaal bijna 800 recepten. Dit kookboek was dan ook een ware bestseller: tot in 1857 aan toe verschenen er zeker tien herdrukken.
De recepten zijn verfijnd, divers en een Franse invloed is onmiskenbaar aanwezig. Zowel wat de receptuur betreft, als wat de gebruikte terminologie betreft: woorden als ragoût, crapaudille, daube, braiseren, fricasseren en farceren worden met het grootste gemak gebruikt. Het hele kookboek ademt de sfeer van een rijk, ontspannen en zwierig leven 'à la française'.
Opvallend veel van de recepten, bijna twintig procent ervan, zijn groentenrecepten. Verder zijn er talrijke recepten met riviervis en wild, waaraan in het Gelderland van de achttiende eeuw geen gebrek was. Naast inmiddels omstreden recepten voor bijvoorbeeld leeuwerikensoep, kikkerbilletjes en ganzenlever staan er in dit kookboek bijzonder veel recepten die het namaken nog meer dan waard zijn: artisjokken gevuld met morieljes, 'witte soup van gefarçeerde kalfsborst', palingpasteitjes, met spek gestoofde peren, haas met mosterdsaus, kreeftensoep en koolrabi gevuld met spek, varkensvlees, ansjovis en eieren.
Bron: Koninklijke Bibliotheek