De cichoreifabriek in Borculo

De firma D.H. Schaars

De cichorei is een plant uit het geslacht van de composietenfamilie. Tot dit geslacht behoren onder meer witlof en andijvie. De geroosterde wortel wordt gebruikt als koffievervanger. Het product bevat geen cafeïne. Hierdoor werd het meestal gebruikt om de koffie op smaak te brengen in de verhouding 1/3 cichorei en 2/3 koffie. Tegenwoordig is het populair vanwege gezondheidsredenen.

In periode van schaarste en armoede

De afgelopen twee eeuwen hebben we verschillende periodes gekend waarin de aanvoer van koffie stokte of de koopkracht van de bevolking drastisch afnam. Hoewel de welvaart in de 19e eeuw over het algemeen toenam, waren er ook tijden van grote armoede en schaarste. In het begin van die eeuw werd de handel met overzeese gebieden ernstig belemmerd door het Franse Continentale stelsel. Dit leidde tot een schaarste aan koffie, wat de productie van cichorei lucratief maakte. De meeste fabrieken stonden in Friesland, waar ook vaak de teelt van de plant plaatsvond.

In de tweede helft van de 19e eeuw ontstonden er juist veel fabriekjes buiten de teeltgebieden, bijvoorbeeld in Oost-Gelderland. In 1914 waren daar nog maar twee goed gemechaniseerde bedrijven over: dat van de weduwe Stöcker in Bredevoort en de firma Schaars in Borculo.

De firma D.H. Schaars te Borculo

De cichoreifabriek in Borculo werd in 1851 opgericht door D.H. Schaars, die in Borculo bekendstond als een ossenmenner. Aanvankelijk werd de cichorei dan ook gemalen met behulp van ossenkracht. In 1875 verplaatste hij zijn fabriek naar het noordelijke deel van de oude watermolen, die ook als koren- en pelmolen in gebruik bleef. Deze verhuizing markeerde de overgang van ossenkracht naar waterkracht als voornaamste energiebron. Daarnaast beschikte het bedrijf vanaf 1879 over een stoomketel die alleen bij onvoldoende waterkracht werd ingeschakeld.

In de fabriek werden geen wortels gedroogd; de meeste gedroogde wortels kwamen uit Friesland. De fabriek richtte zich op de eindbewerking, namelijk het branden, malen en verpakken van de cichorei.

De aanleg van de spoorlijn was van groot belang voor het bedrijf, aangezien de enige waterweg naar Borculo, de Berkel, vanaf 1870 steeds moeilijker te bevaren werd. Ook turf, de brandstof voor het branden, werd aanvankelijk per turfschip aangevoerd vanuit Buurseveen, maar later per trein.

Het gebouw werd in noordelijke richting uitgebreid. Na een brand in 1880 werd in 1881 een nieuw gedeelte aan de molen gebouwd, dat tot 1921 dienst deed als cichoreifabriek. In dat jaar werd een nieuwe, grootschaligere en gemechaniseerde fabriek in gebruik genomen, gebouwd op de kelders van het oude kasteel van Borculo. De wortels werden door middel van een elektrisch aangedreven elevator naar de opslagruimte getransporteerd. In plaats van één brander werden nu twee bolbranders gebruikt, beiden aangedreven door elektriciteit, net als de maalstoel. Het stoken gebeurde nog steeds met turf. De koelbakken waren uitgerust met een ventilator die de warme lucht afzoog. De afvoer van de cichorei en de fabricage van de verpakkingszakjes gingen machinaal. Gevulde zakjes werden in rekken geplaatst en per lift naar de kelders gebracht om te rijpen. Tot 1961 werd hier nog cichorei geproduceerd, waarna het bedrijf werd opgeheven.

Werkgelegenheid

Het familiebedrijf bood werkgelegenheid aan ongeveer tien personen, waaronder de brander die verantwoordelijk was voor het branden en malen, de kuiper die het product in vaten verpakte, en de reizigers die zorgden voor de verkoop en verzending.

Het afzetgebied van de firma was aan wisseling onderhevig en besloeg globaal de hele Graafschap, het aangrenzende deel van de Liemers, het zuidelijke deel van Twente en Salland, en een smalle strook Veluwe langs de IJssel. Iedere dag werd de oudere werknemers een borrel aangeboden, die door allen uit hetzelfde glas gedronken werd. De werkdagen waren redelijk lang - van 7 uur 's ochtends tot 7 uur 's avonds - maar werden vijf keer voor pauzes onderbroken. Seizoenarbeid kwam niet voor.

Verdwenen erfgoed

Helaas is dit industrieel erfgoed in geheel Nederland verdwenen, met uitzondering van het museum De Sukerei in Damwald (Friesland). De oude molen in Borculo en het later aangebouwde cichoreigedeelte zijn goed bewaard gebleven. De voet van de schoorsteen met gedenksteen herinnert aan de cichoreifabriek. In de molen is het maalwerk nog aanwezig.

Bron:

  • PIE rapportenreeks 37, cichorei-branderijen, Drs D Dam, Stichting Publicatiefonds Industrieel Erfgoed Nederland, Zeist 1999, periode 1797-1967.


Rechten

Olga Spekman, CC-BY

  • Werk

  • Industrie

  • Streekgeschiedenis

  • 1800-1900

  • Berkelland

  • Achterhoek

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl