
In de jaren 50 kwamen er veel Duitse kooptoeristen naar Winterswijk om hun slag te slaan. Voor de middenstand van Winterswijk betekende dit meer welvaart. Het hoogtepunt viel ongeveer in 1963. Daarna gingen de prijzen in Nederland omhoog en liep de grote toestroom van Duitse koopjesjagers terug.
Rond 1954 werden de regels versoepeld: Duitse grensbewoners ouder dan zestien mochten twee keer per maand voor 4,50 Duitse mark belastingvrij invoeren, naast 50 gram koffie, 20 gram thee en een paar sigaretten.
Eigenaar G.J. Stemerdink van grenscafé Knuivers bedacht daarop een slim plan. Tussen de twee grenspalen sloeg hij een paal in de grond, met daaraan een kastje met een deksel. Klanten deponeerden daar eenmaal de toegestane hoeveelheid boodschappen. Ze namen vervolgens een even grote hoeveelheid mee over de grens en gaven die in bewaring bij bijvoorbeeld een familielid. Daarna werd de rest uit het kastje opgehaald. Zo werd de totale aankoop in twee keer over de grens gebracht, precies zoals de regels voorschreven.
Een Duitse krant schreef erover onder de kop Holländischer Futterkasten. Voor Stemerdink was het een lucratieve vondst.
Het prijsverschil met Duitsland was aanzienlijk. Zelfs met 15% invoerrechten bleek winkelen in Nederland vaak een derde goedkoper. In de loop der tijd werden de invoerregels versoepeld.
Eens per maand mocht men een half pond koffie meenemen zonder invoer- of uitvoerrechten. Voor reizigers golden daarnaast de volgende vrijstellingen per bezoek: 25 sigaretten, 10 sigaren, 3 stukken kauwtabak, 50 gram shag, 50 gram pijptabak en 50 gram snuiftabak. Voor koffie en thee mocht men 250 gram koffie of 125 gram koffie-extract en 50 gram thee meenemen. Sterke drank, wijn en chocolade mochten in een hoeveelheid die overeenkwam met de behoefte tijdens de reis belastingvrij worden ingevoerd.
Veel Duitsers kochten in die tijd nieuwe schoenen in Nederland. Die trokken ze direct aan, waarna de oude schoenen langs de weg werden achtergelaten. Op de route naar de grens kon men dan ook regelmatig een soort stilleven van versleten Duitse schoenen aantreffen.
Aan de grens werden pamfletten uitgedeeld om klanten naar de winkels te lokken. Een medewerker van kruidenier Wiggers op de Weurden maakte actief reclame onder Duitse toeristen die met de trein arriveerden.
Ook reden er bussen die officieel naar Wesel gingen voor demonstraties, maar vaak een korte omweg maakten via Kotten. Chauffeurs ontvingen daarvoor dertig gulden. Op sommige zaterdagen passeerden er bij Kotten wel zevenduizend bezoekers de grens. Alleen al aan sigaretten leverden zij een omzet op van zo’n 25.000 mark.
Bron
Olga Spekman, CC-BY