Alfred Steckhan

Hoe een oorlogsslachtoffer zijn naam terugkreeg

In de Tweede Wereldoorlog was Alfred Steckhan als Bootsmann ingedeeld bij de Duitse Kriegsmarine. Oorspronkelijk gestationeerd in Frankrijk moest hij na de geallieerde landingen terugtrekken richting Nederland. Daar werd hij ondergebracht in Zwolle, waar het terugtrekkende marinepersoneel uit Frankrijk en België werd verzameld. Hij moest in 1944 strijden tegen de geallieerde troepen die bij Arnhem probeerden door te stoten naar Duitsland. Bij de gevechten die in en rondom Oosterbeek plaatsvonden, kwam hij op 20 september om het leven.

Een laatste brief

Alfred werd ingedeeld bij de 2. Kompanie Marine Auffanglager Zwolle. Op 17 september 1944 schreef hij daarvandaan aan zijn vrouw en kinderen in Hamburg:

"Mijn liefste Lies,

Heel hartelijk bedankt voor je brief van 10.9.44. Ik ben blij dat jullie allemaal nog in leven zijn. Tegenwoordig moet je namelijk niet opkijken als het plotseling anders loopt. Misschien komen je brieven toch nog aan. Als niet spoedig de nieuwe wapens worden ingezet, dan weet ik niet hoe deze strijd zal eindigen. Ondanks alles heb ik toch nog hoop, want als we nu het bijltje erbij neer gooien, is het met ons gedaan."

Dood onder een vreemde naam

Alfred was zich op het moment dat hij deze brief schreef uiteraard niet bewust van de aanstaande geallieerde luchtlandingen bij Wolfheze die dezelfde dag zouden plaatsvinden. Kort na het begin daarvan werd in het Auffanglager een gevechtseenheid onder de naam Marine Schützen Bataillon 250 gevormd, waarvan Alfred zeer waarschijnlijk deel uitmaakte. Deze werd vanaf 19 september 1944 in Oosterbeek en omgeving tegen de Britse luchtlandingstroepen ingezet.

Op 20 september kwam Alfred ter hoogte van de Valkenburglaan in Oosterbeek om het leven. Echter, kort na de gevechten kreeg zijn vrouw bericht van zijn eenheid dat haar man met een schot in de buik in een militair hospitaal in het gevechtsgebied was opgenomen. Omdat Alfreds vrouw in 1947 nog steeds geen zekerheid had over het lot van haar man, stuurde zij een brief aan de gemeente Arnhem. De desbetreffende ambtenaren konden echter geen verband leggen tussen de naam Steckhan van de vermiste, en de onjuiste naam Sterkhan, zoals die voorkomt op de lijst van gesneuvelde Duitse militairen in de gemeente Renkum. In 1948 werd Alfred daardoor onder de afwijkende achternaam overgebracht naar de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn.

Hoe ‘Sterkhan’ Steckhan werd

Doordat de brief van mevrouw Steckhan door Hans Timmerman in het gemeentearchief in Arnhem werd aangetroffen, kon tweeënvijftig jaar na dato de desbetreffende informatie toch nog worden gecombineerd met de onjuiste naam op de lijst van de gemeente Renkum. Een goede samenwerking tussen verschillende Duitse instanties had vervolgens alsnog de positieve identificatie tot gevolg, en men is erin geslaagd de twee dochters van Alfred op te sporen. Zijn weduwe bleek inmiddels overleden te zijn.

 De identificatie van Bootsmann Alfred Steckhan bewijst dat het ook na meer dan zestig jaar van groot belang is onderzoek te doen naar de identiteit van vermisten die als 'onbekende' of onder een afwijkende naam op de Duitse militaire begraafplaats Ysselsteyn of elders, in Duitsland, begraven zijn.

Alfred Steckhan werd 48 jaar oud.

Hans Timmerman, fragment uit het artikel 'Duitse veldgraven in Oosterbeek'.

 


  • Oorlog

  • Tweede Wereldoorlog

  • 1900-1950

  • Renkum

  • Bibliotheken

  • Arnhem e.o.

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl