Trude Pleiter is geboren op 17 juli in 1942 in de Molenstraat. Haar vader was manufacturier. Hij maakte kleingoed, zoals ondergoed, jurken, korsetten, beha’s, wol en borduurspullen, maar ook stof, zoals corduroy en manchester. Trude heeft twee broers en een zus. Zij woonden achter de winkel van haar vader.
‘Achter de winkel hadden we twee kamers, een keuken, een toilet en een kelder. Boven waren drie slaapkamers, een badkamer en een zolder. We hadden ook nog een tuin. Mijn vader verkocht stof waar broeken van gemaakt werden, speciaal voor de boeren. Pa ging met de bakfiets de boer op. Als ze een broek wilden hebben, dan nam mijn vader ze de maat en werd de stof uitgezocht. Mijn moeder deed de winkel en de huishouding. Ze maakte alle kleding voor ons zelf: winterjassen, wintermutsen. Dat kon omdat wij de stoffen zelf verkochten. Vlak na de oorlog kon pa natuurlijk niet zoveel goederen in de winkel krijgen. Een zuster van hem werkte op de textiel in Enschede, en die bracht nog wel eens wat mee.
In de jaren ’50 of ’60 kregen we het wat luxer. We hebben heel lang geen wasmachine gehad. Toen die kwamen, kon je ze eerst huren per week. Die wasmachine moesten we elke week zelf halen en terugbrengen. De kookwas, dat was de witte was, werd in een grote wasteil gedaan. Die werd zondagavond op het gasstel gezet om aan de kook te brengen. De volgende dag stond je achter het huis de was te draaien. Het wasgoed moest door een wringer, en dan weer spoelen. Later kwam ook de centrifuge. Als het mooi weer was, hing je de was aan de lijn en als het regende, hingen we alles in huis op. Overhemden strijken, heb ik geleerd met een jaar of negen.
In de winter was het heel koud in huis. Een kolenkachel stond in de kamer waar we leefden en een kolenkachel in de andere – de zondagskamer. Er was ook een kachel in de winkel. Buiten was het kolenhok waar je de kolen uit moest scheppen. Oh, en op de slaapkamers was het toch zo koud. Het ijs stond soms op de deken. We namen dan een warme steen mee naar bed. Die steen werd in een krant gewikkeld of mama maakte er een soort zak voor. ‘s Morgens kon je de dekens niet van het bed af krijgen: dan was alles aan het ijzeren bed blijven plakken. Dat waren wel de nadelen vroeger, maar je dacht er niet hard bij na. Nee, het was een heel gezellige tijd, veel leuker dan nu.’
Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Trude Pleiter is geschreven door Maran Olthoff, op basis van een oral history-interview afgenomen door Maran Olthoff in augustus 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Lisanne Vroomen.
Maran Olthoff, CC-BY