Dan was je een hele dag in ’n kippenschuur

Een leven als dierenarts

Anton Metz (1936) is geboren op boerderij Dijkakkers te Olburgen. Hij was dierenarts te Zeddam van 1962 tot 1996 en vertelt over het reilen en zeilen op de landbouwhuisdierenpraktijk.

Dierenarts in Zeddam

"Ik ben in december 1960 afgestudeerd als dierenarts. Na mijn militaire dienst ben ik in 1962 hier in Zeddam in de praktijk gekomen en ik ben er ook gebleven. De boerenbedrijven waren toen veel kleiner dan nu. Daarnaast had je op het platteland veel niet-boeren, die ook een koe hadden en een paar varkens. Vroeger heetten zij daghuurders: dat waren mensen die een baan hadden als timmerman of ergens in een fabriek. Ze hadden thuis nog wat grond en hielden daar een paar melkkoeien of een koppeltje schapen.  

Inentingen

We hadden hier in Zeddam 700 bedrijven met runderen. De grootste had niet meer dan een kleine 20 melkkoeien. Met jongvee erbij kwam dat neer op 45 stuks vee. Ik schat dat aan de hand van het aantal mond- en klauwzeerentingen. Ieder jaar werd de helft van de runderen onderzocht op TBC en werden alle runderen gevaccineerd tegen MKZ in het kader van de georganiseerde dierziektebestrijding.

Visites

Het meeste werk was het curatieve aan de individuele dieren. Je had een hoop visites op een dag. De boer gaf zelf geen injecties in die tijd. Een kalf met pneumonie bijvoorbeeld, daar ging je twee of drie keer heen. Een koppeltje biggen met diarree gaf je een klein beetje antibioticum tegen de colibacterie. Je spoot al die tien kleine biggetjes even in en dan was het klaar. Dat waren allemaal kleine visites, dat is heel anders dan nu. Verlossingen en melkziekte had je vrij veel. Kopziekte kwam ook veel voor, maar dat is nu niet meer denk ik.


In de auto was je niet bereikbaar en lang niet alle klanten hadden telefoon. Het kon voor het thuisfront een hele puzzel zijn om de dokter te bereiken voor een spoedgeval. Een uitgestoken vlag bij een café aan de doorgaande weg kon een signaal zijn even naar huis te bellen.

De rekening

Het waren allemaal individuele patiënten met korte visites. Het tarief was dan ook niet hoog. Het visitetarief was vijf gulden, toen ik hier kwam. Een varken inspuiten, dat was zeven gulden; een spoedgeval als een koe met melkziekte een tientje. Dat was zo’n beetje de grootte van de bedragen. Ik heb hier een voorbeeld van zo’n rekening van één boer. Het eerste kwartaal 67 gulden, het tweede kwartaal 67, het derde kwartaal 60: zo ging dat toen.


De administratie deden we allemaal zelf, samen met mijn vrouw. Er was geen assistente. Je had geen computerprogramma’s, dat moest allemaal met de hand gedaan worden: de rekeningen voor honderden klanten.

Gezelschapsdieren

We hadden in het begin vooral agrariërs als klant. Er kwam wel eens iemand met een hond, maar we hadden geen speciaal spreekuur voor gezelschapsdieren. ‘s Ochtends tussen acht en negen was er een dokter aanwezig en dan was er spreekuur, ook wel eens ‘s avonds op afspraak. We hadden wel vaccins in huis voor honden- en kattenziekten en wormpillen. En ook wat antibiotica. De geneeskunde van gezelschapsdieren was veel minder ontwikkeld dan nu.  

Pluimvee

Kippenboeren met moederdieren, waarvan de eieren als broedeieren verkocht werden, moesten een certificaat hebben dat ze vrij waren van Salmonella Pullorum. Daarvoor moest van alle kippen bloed onderzocht worden op die ziekte, dat konden wel 1000 kippen zijn. Dan was je een hele dag in ’n kippenschuur. 

Circulaire landbouw

In die tijd had je circulaire landbouw. De boer had weinig dieren. De mest van de dieren werd gebruikt voor bemesting van de eigen akkers. Er werd geen veevoer geïmporteerd uit het Amazonegebied. Gerst, haver en voederbieten van eigen land leverden voer voor de eigen beesten. De koeien waren dubbeldoeldieren, dat wil zeggen voor melkgift en vleesproductie. Stiertjes werden gemest, evenals voor de melkgift ongeschikt geworden koeien. Voor behoud van ons milieu moeten we daar weer naar terug." 

 


Voor ‘Een nieuwe tijd! Wederopbouw in de Achterhoek’ vertellen (oud)-inwoners over opgroeien, werken en wonen in de Achterhoek in de periode 1940-1965. Dit verhaal over Anton Metz is geschreven door Marja van Woerden, op basis van een oral history-interview op 19 augustus 2019. Dit verhaal is geredigeerd door Lian van der Zon en Kees Huntink.


Rechten

Marja van Woerden, CC-BY

  • Wederopbouw in de Achterhoek

  • Streekgeschiedenis

  • Personen

  • Zorg

  • Landbouw

  • 1900-1950

  • 1950-2000

  • Montferland

  • Liemers

Relevante links

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl