Van dorpspolder naar waterschap

De Waal als natuurlijke en beteugelde rivier - De gereguleerde Waal 2

Na het vertrek van de Romeinen is er waarschijnlijk eeuwen lang weinig aan rivierbeheer gedaan. Totdat in de loop van de Middeleeuwen het rivierengebied dichter werd bewoond. Er was meer bewerkbare grond nodig. Dit leidde tot aanpassingen in het landschap rond de rivier en tot samenwerking over het dijk- en waterbeheer.

Deze tekst maakt onderdeel uit van de special Verbeelding van de Waal, De Waal als natuurlijke en beteugelde rivier, thema De gereguleerde rivier.

De bedijkingen

Ooit konden rivieren als de Waal zich bij hoogwater uitstrekken over overstromingsvlakten van tientallen kilometers, maar omstreeks 1300 ontstond een sluitende bedijking (zie Creatief met hoogwater, bedijkingen). De rivier kon vanaf toen alleen nog op het kleine oppervlak van de uiterwaarden het water en het sediment (zand, klei, grind) kwijt. De uiterwaarden en de rivier zelf kwamen daardoor steeds hoger te liggen ten opzichte van het binnendijkse gebied, dat niet meer overstroomde. Dat leverde steeds rampzaligere overstromingen op, zie Waterwolf de Waal.

Conflicten

In de tijd van de dorpspolders was het onderhoud van dorpskaden en waterlopen een lokale aangelegenheid. Dat leverde conflicten op. Dorpen die overstromingswater zo snel mogelijk stroomafwaarts wilden afvoeren, kregen ruzie met de lager gelegen dorpen. Wie met een kade overstromingswater van boven wilde weren, kreeg het met de hoger gelegen buren aan de stok. Na de sluitende bedijking van de Waal en andere rivieren was samenwerking noodzakelijk. Het gezamenlijke dijkbeheer en de afvoer van het binnenwater vereiste afstemming , bijvoorbeeld om het water uit de laaggelegen komgebieden af te voeren. Die konden niet rechtstreeks op de hoger liggende rivier afwateren. Er werden weteringen gegraven die het water zover mogelijk stroomafwaarts in de rivier loosden.

Van dorpspolders naar waterschappen

Het gezamenlijke dijk- en waterbeheer werd in de middeleeuwen geregeld door polderdistricten. Het polderdistrict Tielerwaard bestond bijvoorbeeld uit de samenwerkende dorpspolders Deil, Enspijk, Gellicum, Opijnen en Rumpt. Een door de graaf van Gelre uitgevaardigde dijkbrief in 1327 betekende de officiële oprichting van dit waterschap. Polderdistricten in het oosten, zoals de Circul van Ooij, hadden daarnaast te maken met afstemming met hoger gelegen dorpspolders in Duitsland. Dit leidde bijvoorbeeld tot het Hollands-Duits gemaal dat vanaf 1934 het water bij Nijmegen op Het Meertje spuide. Landeigenaren en dorpen bleven nog lang verantwoordelijk voor het onderhoud van hun stuk dijk. Daarom zijn op de Waaldijken nog oude grenspalen te zien. Na de Tweede Wereldoorlog fuseerden veel polderdistricten langs de Waal. Bijna alle polderdistricten langs de Waal zijn nu opgenomen in het Waterschap Rivierenland, dat zich uitstrekt over delen van de provincies Gelderland, Zuid-Holland, Noord-Brabant en Utrecht. Het grondgebied van de Gemeente Rijnwaarden is opgenomen in het Waterschap Rijn en IJssel.

Overlaten

Een deel van het binnendijkse gebied was er op ingericht om bij extreem hoogwater te overstromen, om de waterstand in de rivier te verlagen. Het water stroomde over een verlaagd dijkvak, de overlaat. Zo werd bijvoorbeeld de Ooijpolder bij hoogwater geïnundeerd. De overwegend Nijmeegse landeigenaren van de dunbevolkte polder vonden dat geen probleem, omdat de rivier vruchtbaar slib achterliet. Overlaten vereisten samenwerking, vooral wanneer grote gebieden overstroomden. De Spijkse Overlaat bijvoorbeeld werd vlak voor het splitsingspunt van de Waal en de Rijn aangelegd. Het overstromingswater dat hier overheen liep, stroomde door een laaggelegen gebied met oude binnengedijkte Rijnlopen (Rijnstrangen). Via een tweede Overlaat, de Liemerse Overlaat, stroomde het water daarna de Liemers en de Achterhoek in, om over een verlaagde dijk bij Bingen weer in de rivier terecht te komen: De IJssel.

Nieuwe Overlaten?

De jaarlijkse overstromingen van de Ooijpolder werden in de eerste helft van de twintigste eeuw gestaakt en overlaten, zoals de Spijkse Overlaat werden gesloten. Daarmee werden grote gebieden gevrijwaard van overstromingen en dat was gunstig voor bijvoorbeeld de landbouw of de bewoners. Toch gaan er tegenwoordig stemmen op om bij extreem hoge en gevaarlijke waterstanden weer gecontroleerd gebieden te laten overstromen, om zo het peil van de rivier te verlagen.

Bij het Regionaal Archief Nijmegen vindt u de volgende polygoonbeelden van de Spijkse Overlaat in 1955.

Bron

Vervolg: Dijkmagazijnen


Rechten

Jan Neefjes, Overland, in opdracht van De Bastei, Nijmegen, CC-BY-NC

Verwante verhalen

Lees meer

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

info@mijngelderland.nl

Inschrijven nieuwsbrief

mijnGelderland Sociale media

erfgoed gelderland

Contactgegevens

Erfgoed Gelderland
Team mijnGelderland
Westervoortsedijk 67-D
6827 AT Arnhem

E info@mijngelderland.nl