Tiel was ver voor hun Hanzelidmaatschap, rond het jaar 1000, al een zeer belangrijke handelsstad. De stad had al tolrecht en een eigen munt. Steden in Noord-Duitsland en rond de Oostzee verenigden zich in de dertiende en veertiende eeuw in de Hanze. Zij beschermden zo hun eigen handelsbelangen. Rond 1400 richtte de Hanze zich ook op het Nederlandse gebied en werd Tiel ook lid.
Tot ver in Scandinavië en zelfs Rusland werden vroegmiddeleeuwse munten uit Tiel teruggevonden. Bij vrijwel alle opgravingen in Tiel zijn vondsten gedaan die verwijzen naar een rijk handelsverleden; zoals munten, weegschalen, scheepsfragmenten en nog veel meer. Ook uit de tijd van de Hanze zelf zijn er vondsten uit opgravingen bekend. Een mooi voorbeeld hiervan is een muntgewicht, deze werd gebruikt om te bepalen wat het gewicht van een nobel (een gouden munt) was.
Vanaf 1357 werden in Duitsland de ‘Hanze tagungen’ gehouden, oftewel de jaarvergaderingen van de Hanze. Tiel werd hierbij ook genoemd. In de jaren 1451, 1557 en 1559 heeft Tiel in ieder geval meegedaan aan de Hanzevergaderingen. De macht van Tiel als Hanzestad nam echter al snel af. Hierdoor moest Tiel, als kleine stad, zich later laten vertegenwoordigen door Nijmegen op de Hanzevergaderingen.
Het Hanzelidmaatschap van Tiel heeft tot in tot in de zeventiende eeuw geduurd. Het was voor veel schippers aantrekkelijk om onder Tielse vlag te varen. Zij genoten van de oude vrijheden die de Hanzeleden elkaar gaven. Rond de veertiende of vijftiende eeuw raakte het oude Hanzeverbond langzaam zijn leidende positie in de internationale handel kwijt aan grote handelssteden zoals Antwerpen, Amsterdam, Hamburg en de steden in Italië en Spanje. In 1669 werd de laatste jaarlijkse samenkomst van de Hanzesteden, gehouden.
In het gebied waar vroeger de haven van Tiel was, staat nu nog een bronzen beeld van een koggeschip. Dit soort schepen werd geïntroduceerd door de Hanze om efficiënt goederen te kunnen vervoeren. Bij de Oliemolenwal zijn nog twee oude kelders met gemetselde togen zien. Het jaartal 1802 staat boven de togen. Hier kon men goederen aan land brengen en in de kelders opslaan, bedoeld voor bijvoorbeeld bedrijven of winkels in de Waterstraat. Het zeventiende-eeuwse Gotische Huis op de hoek van de Weerstraat/Kleibergsestraat dateert ook nog uit de Hanzetijd. Wat betreft handel en dan met name agrarische handel zijn er ook nog genoeg aanknopingspunten te vinden in de stad. Dit zie je vooral in de namen: Groenmarkt, Koornmarkt, Korenbeursplein, Varkensmarkt en Vismarkt. Het Hanzeverleden is nog duidelijk zichtbaar in de stad.
Bron: http://www.uitintiel.nl/cultuur-item/hanzestad/